We hebben een vriendin-van-de-familie, laat ik haar Eva noemen,
die is geboren als christen, maar getogen tussen de islamitische
Lebous van Ouakam (een voorstad van Dakar, Senegal). Zondagochtend zit
ze met haar bijbel trouw naar diverse televisiedominees en -domina’s te
kijken. In conversaties geeft ze blijk van inzichten verkregen door haar
lange verblijf in Ouakam. Godsvruchtig is ze zeker, mash’Allah!
Op een middag is ze druk in gesprek met Ndoya, affaires de femmes
zonder schroom besproken zoals het ware Lebou-vrouwen betaamt. Het is
tijd voor het namiddaggebed. Ik nodig ook Eva uit om mee te bidden. Ze
schudt van nee. Ik vraag haar plagend of ze in Ouakam niet goed heeft
opgelet. Dat heeft ze zeker, zegt ze. Direct doet ze een doek om haar
hoofd en schouders, pakt mijn gebedskleed, legt het min of meer richting
qibla en laat wat zien. Ik ben onder de indruk, maar dat is meer door
de fast forward rakaat die voor mijn ogen wordt afgedraaid.
Zelfs de tashahoed gaat dubbel (zo snel): de linker- èn
rechterwijsvinger draaien tegelijk, alsof ze de geloofsgetuigenis dubbel
uitspreekt. Astagfiroellah, ik hou mijn reactie voor me, moet stiekem
toch even lachen en geef haar vervolgens mijn complimenten.
Wanneer ze
klaar is om ècht met ons mee te bidden, zijn we er voor haar. Maar
het initiatief moet dan wel van haar kant komen, want: "laat er geen
dwang in de godsdienst zijn" 2:256
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.