"Maar papa, waarom ben jij dan moslim geworden? Hoe wist jij zo
zeker dat dat goed voor je was? Christelijke mensen zeggen dat hun
geloof het beste is, moslimse mensen zeggen dat van hun geloof. Hoe zit
dat nou?"
"Nou, Yande, met mijn originele christelijke geloof kon ik niet
zoveel meer. Het vertrouwen dat God alles ziet en alles hoort en mijn
leven en die van anderen leidt, dat was ik kwijt. Door al die dingen die
islam aan de moslims geeft als salaat en de ramadan, kreeg ik
langzamerhand dat vertrouwen weer terug in Wat ik toen Allah ben gaan
noemen. Terwijl Het gewoon één en dezelfde God is."
"Maar dat vertrouwen had je dus nog niet toen je voor islam koos."
"Klopt. Ik voelde gewoon wat islam voor mij kon betekenen. En dat
heeft het ook betekend, alhamdulillah. Maar het was zeker in het begin
wel even wennen, zeg maar. Al die nieuwe dingen om te doen enzo. Dat was
ik niet gewend als iemand met een christelijk geloof."
"Ik hoefde dus niet te wennen, hè papa, want ik ben als moslim geboren."
"Toch is het ook een kwestie van wennen van jouw kant en dus een
kwestie van opvoeding van mijn kant. Van het jou leren over islam. Kijk
maar naar alle vragen die je mij stelt. Soms heb ik er het antwoord niet
op, dan moet ik dat zelf opzoeken. Op die manier leer ik ook van jouw
vragen. Weet je nog dat ik je eerder zei dat ik in islam nog een kind
ben? En trouwens: over islam raak je nooit uitgeleerd."
"Over dat Allah Alhorend en Alziend is. Dat kan toch niet, zonder oren, zonder ogen."
"Allah weet alles, hoort alles, ziet alles; zonder dat Hij middelen
heeft als hersenen, oren, ogen. Dit in tegenstelling tot wij mensen."
"Maar als dat zo is, dan moet-Ie overal tegelijk zijn. Hoe doet-Ie
dat allemaal? Heb je dan overal stukjes Allah over heel de wereld? Daar
bij die mensen en daar bij die mensen
[ze wijst om zich heen]?"
"Allah heeft niet alleen die twee engelen ‘per persoon’ om alles bij
te houden – de rechterengel die alle goed daden van iemand opschrijft en
de linkerengel die alle slechte daden van iemand opschrijft. Allah
heeft naast deze engelen nog vele andere engelen die alles doen wat
Allah hen opdraagt. Ze hebben geen eigen wil, in tegenstelling tot wij
mensen."
"Maar papa, zal ik later Allah eens zien? Met mijn eigen ogen?"
"Incha Allah, Yande, incha Allah."
"Lijkt me wel eng hoor, om een meneer of een mevrouw te zien zonder ogen en zonder oren."
"Maar Yande, denk eens aan soera Al-Ikhlaas. Die soera die wij al
heel vaak samen hebben gereciteerd en die ik je al heel vaak heb
uitgelegd."
"Ja… Oh ja, dat je Hem met niets of niemand op geen enkele manier
kunt vergelijken. Maar hoe weet je dan, wanneer je Hem ziet, dàt je
Hem dan ziet?"
"Misschien wéét je gewoon dat Hij er dan is. Dat Hij dan
héél dicht bij je is, wanneer je Hem dan incha Allah ziet."
"Maar papa, Hij is toch al heel dicht bij mij, zei je me een tijdje terug. Dichterbij bij mij dan mijn ader hier
[ze wijst naar haar hals*]. Wat is dan het verschil?"
* Soera Qaaf (50), aya 16 : En
voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten alles wat zijn ik
hem toefluistert. En Wij zijn nader tot hem dan zijn halsader.