een (sfeer)verslag van Abdulwahid van Bommels bezoek aan Zutphen
Overal waar Abdulwahid van Bommel komt, wordt hij aan zijn spreekwoordelijke jasje getrokken. Men wilt van alles van hem en ingaan op een verzoek kan hij meestal niet vanwege zijn drukke schema, zeker tijdens de ramadan. Dat schema heeft hem afgelopen woensdagavond naar Zutphen gevoerd: Tegen zes uur ‘s avonds zet de taxi hem bij ons af. Ik ben verbaasd dat het zo kort geleden lijkt, dat ik hem voor het laatst heb gezien. Dan omhelzen we elkaar hartelijk en ik besef dat het al heel làng geleden is. We praten wat bij en uiteraard komt het onderwerp al gauw op islam. Zo kom ik er tijdens ons gesprek achter dat tarawih niet soenna is (is nieuw voor mij). Het staat vermeld noch in de koran noch in de ahadith. Het werd destijds tijdens de ramadan door onze profeet Mohammed (vzmh) verricht als een extra nachtgebed, een extra lang vrijwillig nachtgebed. Pas tijdens het bewind van de rechtgeleide kalief Omar werd de tarawih officiëel een gezamenlijk gebed. Tot dan toe deed iedereen die extra lange nachtgebeden voor zich. Dan zag je tijdens de ramadan in een moskee overal gelovigen bezig met hun ‘eigen tarawih’. Dat kunnen we ons heden ten dage niet meer voorstellen…
"Imam, kom eens kijken!" roept Ahmed keihard. We schrikken op en Ahmed neemt Van Bommel mee naar de computer, waar hij hem vol trots zijn aandeel in de nieuwe website van
Onze Oemma laat zien, of eigenlijk laat hóren. Op het moment van plaatsing van deze log, is deze nieuwe website nog niet bereikbaar, ook niet via zoekmachines. Ahmed klikt wat met de muis en komt terecht op de webpagina waar je memory kunt spelen. Als je een kaartje omdraait zie je één van de letters van het Arabisch alfabet en hoor je ‘m ook, uitgesproken mash’Allah door Ahmed. Hij is maar wat trots en blij met de positieve reactie van Van Bommel.
"Dus jij bent de meneer die Kom Tot Het Gebed heeft geschreven?" Mash’Allah, verlegenheid komt niet in Ahmeds woordenboek voor.
"Klopt, daarin staat hoe je moet bidden en de wassing moet doen en zo," zegt Van Bommel.
Voorzichtig neem ik Van Bommel weer mee terug naar de zithoek. Wilt hij net wat zeggen, knalt ineens ‘I Was Made For Loving You’ van Kiss uit de speakers van de computer. Ahmed door de bocht; als fan van de tekenfilmserie ‘My Dad The Rock Star’ is hij nu ook helemaal into Kiss (Gene Simmons is de bedenker en producer van die serie).
"Kan het wat zachter, jongen?" gebaar ik.
"Oké, papa!" schreeuwt hij over de muziek heen.
Ndey saan, af en toe net zo hyper als zijn pa. Ha!
Ndoya komt er bij zitten. We praten over Mekka. "Bent u daar al eens geweest?" vraagt ze hem.
"Acht keer met de oemrah, twee keer met de hajj." Mash’Allah. "De tweede keer is niet zo lang geleden, de eerste keer was in 1979, meen ik."
"Dus dat verslag in Kom Tot Het Gebed is van jouw eerste hajj?" vraag ik hem. Nou, dat klopt inderdaad. Ondertussen komt Kiné erbij zitten, terwijl Yande wat verlegen buiten de woonkamer blijft. Ik vraag Kiné of zij voor Van Bommel de fatihah wilt reciteren. Verlegen duikt ze weg achter Ndoya. Ik vraag het Ahmed. Met zijn tamagotchi in de handen komt hij naast Van Bommel zitten.
"Imam, kijk eens!" zegt Ahmed, "Zo geef ik hem te eten!" Hij laat Van Bommel zijn tamagotchi zien.
"Zo, het wordt dus virtueel gevoed…".
"Ahmed! Je zou toch de fatihah doen?"
"Ja papa, maar ik ben bezig het volume uit te doen, hoor." Jaja…
Het tamagotchi gejengel is over, Ahmed vouwt zijn handen open en reciteert de fatihah. Na het ‘Sadaqallahoelaziem’ zie ik dat het bijna iftaar is. Ik vraag Ndoya om de schaal met dadels te halen. Ze zet ‘t op tafel samen met wat glazen melk, tenminste het lijkt op melk. Ndoya neemt een slok en schrikt.
"Abdul, deze melk is bedorven hoor!" Van Bommel stelt haar gerust. In de glazen zit aryan, een türkisches Erfrischungs- getränk aus Joghurt und Wasser. Er zit geen suiker in, maar zout.
Jawohl, da’s effe wennen, hè.
We eten nog iets lichts en bereiden ons dan voor op het avondgebed. We schuiven een bank opzij en samen met Van Bommel als voorganger doen Ahmed en ik het avondgebed.
Na de smeekgebeden vertrekken Van Bommel en ik linea recta naar Gelre Ziekenhuizen, lokatie Het Spittaal. We zijn onderweg naar een symposium met de titel ‘Andere culturen, andere rituelen’ waarin Abdulwahid van Bommel zal gaan spreken over het eigene van de moslimpatiënt en ene Irène Bakker over de boeddhistische benadering van leven en sterven. Van Bommel was tot januari 2005 geestelijk verzorger in Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde. Op dit moment is hij stafmedewerker Interculturele Communicatie in dit ziekenhuis (tot januari 2006). Hij bereidt een dag voor waarop personeel van het MCI alle ins en outs krijgt te horen van interculturele communicatie middels workschops, lezingen etc. Irène Bakker is onder andere pastor in de Zenboeddhistische traditie en geeft trainingen en workshops over omgaan met sterven voor mensen die in de gezondheidszorg werken.
VOOR MEER INFORMATIE KLIK OP
DEZE LINK VOOR DE SYMSPOSIUMFOLDER (MSN/HOTMAIL ACCOUNT NODIG)
Het uitwerken van mijn aantekeningen zou teveel tijd vergen op dit moment - en ik moet er voor zorgen dat ik niet teveel hooi op mijn vork neem. Zeker nu moet ik voorzichtig aandoen met mijn energie en ongebreidelde enthousiasme.
[UPDATE 25 FEBRUARI 2013: Het is dan net een aantal maanden na mijn ADHD diagnose] Daarom heb ik van de twee lezingen korte verslagen gemaakt waarin mijns inziens de essentie niet verloren gaat. Dat het verslag van Bakkers lezing kort is, ligt in het feit dat haar religie ver van mijn moslimbed is: boeddhisme is immers een ziel- en Schepperloze religie en dienovereenkomstig in meerdere opzichten een tegenpool van islam: voor moslims is de Laatste Dag belangrijk in de betekenis van de Dag des Oordeels, voor boeddhisten is het de laatste dag in de betekenis van de dag dat je sterft. Al met al heb ik mij dus extra moeten concentreren om mij in te leven in een voor mij onbekende wereld; daarbij ben ik wel eens vergeten aantekeningen te maken. Maar het was absoluut interessant, dat is zeker! De uitspraken zijn geen letterlijke citaten, maar uitwerkingen van mijn aantekeningen, verdeeld in kleine en grote hapklare brokken, voorzien van een teaser in vette hoofdletters dat uitnodigt tot lezen. Ik heb geen audio opnames gemaakt waar ik eventueel op terug had kunnen vallen (teveel hooi!).
⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜
ABDULWAHID VAN BOMMEL
EN, BEVIEL HET? Niets gebeurt op zichzelf in een groot ziekenhuis. We hebben elkaar nodig, van chirurg tot schoonmaker. Trouwens, wisten jullie dat het merendeel van de schoonmakers moslim is? Hèbben jullie er wel eens eentje ontmoet?
RUGZAK Pluriformisering, een grotere verscheidenheid aan patiënten en culturen, is een gegeven. We hebben er mee te werken. Maar de vraag is: gaan we alles van de patiënt aanvaarden omdat het nu eenmaal in de rugzak van de migrant zit? Of, en dat is de kernvraag, richten we ons op een gezamenlijke vocabulaire?
"MAG NIET VAN MIJN GELOOF" De patiënt is vaak een groepsmens die leeft in een vanzelfsprekendheidskader en gebruik maakt van dooddoeners als "De imam zegt ‘t" en "Mag niet van mijn geloof". Hij is opgegroeid in een sociale cohesie, in een samenleving waar men op elkaar terug kan vallen, waar men op elkaar kan rekenen. Vandaar die menigte om het bed van zo’n patiënt tijdens het bezoekuur. "Nee, niet weer hè8," denk je dan als hulpverlener. Misschien moeten we eens denken om deze grote groepen familie in te zetten voor hand- en spandiensten op de afdeling. Denk er eens over na. [stilte in de zaal] Oké, nu nog niet dan. [een zucht van Verlichting gaat door de zaal] De hulpverlener is een individualist die nog wel eens het ietsisme wil aanhangen. "Er is iets, een hogere macht, maar hoe het allemaal in elkaar steekt, weet ik niet." Hij is los van de benauwde omstandigheden van de kerk, moskee, tempel of synagoge. De muren van religie zijn geslecht.
WATJES MET AMBT, PROFESSIE EN IDENTITEIT Geestelijke verzorgers zijn de watjes van het ziekenhuis, mensen met een zachte aanpak die buiten de medische wereld staan, mensen die per definitie buitenstaander zijn.
1.
Ambt Een geestelijk verzorger moet zeker beschikken over ambt.
2.
Professie Een geestelijk verzorger moet zijn ambt op een professionele wijze kunnen uitvoeren. Hoog scoren in zijn uitoefening van het ambt de volgende zaken: gezamenlijk bidden en een persoonlijk gesprek. Dat schept een band. Het is werkelijk jammer dat er tegenwoordig weinig tijd meer is om een band met een patiënt op te bouwen, omdat het verblijf in een ziekenhuis tegenwoordig veel korter duurt dan vroeger.
3.
Identiteit In de uitoefening van zijn ambt moet een geestelijk verzorger kunnen omgaan met de verschillen binnen de islamitische gemeenschap. Kom je bijvoorbeeld als soefi een fundi patiënt tegen, dan maak je er het beste van.
FORMVOUT Hulpverlener en patiënt hebben in wezen parallelle opvattingen over waarden, maar in een andere cultuur hebben ze een andere vorm. We zijn vaak niet in staat om door die vorm heen te prikken.
VOLKSISLAM Als geestelijk verzorger heb ik soms ook te maken met de zgn. ‘volksislam’. Dan gaat het om patiënten die vertrouwen hebben in wat ik maar voor het gemak gebedsgenezers noem. Mannen die bijvoorbeeld een religieuze tekst spreken in een bekertje gevuld met water en dan het water laten opdrinken door de patiënt. Daar ligt persoonlijk mijn grens, mij zie je dat niet doen. Maar indien een patiënt er om vraagt, ben ik bereid om er iemand anders bij te halen om als gebedsgenezer op te treden.
INTERCULTURELE COMMUNICATIE: BREEK HET IJS! Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde, staat midden in een volkswijk. Op klinisch zijn 20 à 25 procent van de patiënten allochtoon. Op poliklinisch is dat percentage al gauw 50 procent. Dat is vrij hoog en de verwachting is dat dat percentage nog gaat groeien. Daarom zijn we gesprekken aangegaan met de personeelsleden, zonder aanwezigheid van chefs, zodat ze hun hart kunnen uitstorten indien gewenst. Vervolgens hebben wij een bedrijf ingehuurd welke is gespecialiseerd in interculturele communicatie. Per afdeling zijn er mensen klaargestoomd om als aanspreekpunt te dienen. Bij aanspreekpunten komen zaken naar voren als de grote frequentie van consulten doordat er minder tijd voor de patiënt is. De taalbarrière is één van de grootste obstakels. Niet alleen de patiënt kan er wat aan doen, maar ook jij, als hulpverlener. Ga je op vakantie naar ik noem maar wat Griekenland, dan neem je zo’n boekje mee, "Grieks voor beginners". Je zit daar op een terras en bestelt een tzatziki, dat is eten wat je Turkse patiënt cacik zou noemen. Met de Griekse autochtonen kun je het tijdens je vakantie daar uitstekend vinden, maar eenmaal terug in Nederland communiceer je werkelijk onvoldoende met je Turkse allochtone patiënt. Wat ik maar wil zeggen: leer eens wat woorden in de taal van je patiënt, een stuk of twintig à dertig, en je hebt contact. Breek het ijs!
SYMBOLISCHE REINHEID Zegt een patiënt dat een hulpverlener onrein is, bedoelt hij dan dat deze vies is of zo? Nee, het gaat hier dan puur om de symbolische reinheid die de patiënt nodig heeft voor het gebed, een hulpverlener komt immers vaak in contact met faeces, urine en bloed.
GENDERPROBLEMATIEK Een heet hangijzer. Zo hadden we in het Westeinde een oudere Turkse patiënt. Aan zijn bed komt een jonge vrouw, een Azeri. De patiënt noemt haar constant ‘zusje’ omdat ze stukken jonger is dan hij. De jonge vrouw is dan in alle staten, "Ik mag dan wel een dokter in opleiding zijn, maar ik werk hier nu als dokter, dus wens ik aangesproken te worden als dokter." Het is niet meer goed gekomen tussen die twee. Zo’n confrontatie is echter nog mild; er komen zwaardere clashes voor. Laat in alle gevallen de grenzen zien, wees consequent, autoritair zelfs. Dat wordt ook verwacht door de patiënt.
IRÈNE BAKKER
BIJ DE GEBOORTE BEGINT HET LIJDEN Ik beschouw de Zenboeddhistische visie als een goede aanvulling, een complementaire visie. Vanuit die visie kijk ik mee met leven, ziek zijn en sterven misschien. In het boeddhisme ligt de nadruk op de laatste dag, de dag dat je sterft. Niet als een vorm van doemdenken, maar als een aanmoediging om het leven ten volle te leven. De totale verlichting, de ultieme bevrijding is in het boeddhisme de dood. Bij de geboorte begint het lijden, zei Boeddha. Het Ik is een constructie, een illusie. Wij zijn groter dan ons Ik. Ons Ik kunnen we loslaten door meditatie. Ziekte is bedreigend voor ons Ik. De uitdaging is door het lijden van de zieke patiënt heen te kijken naar deze persoon, naar deze parel die hij in wezen is. Bedenk dat je niet zoveel anders bent dan de persoon voor je. Stel je voor, je bent dodelijk ziek. Wat wil je dan het liefste? Wat heb je dan nodig van anderen? Verplaats je in de patiënt, zònder overspoeld te worden. Vind de balans, ervaar het lijden (compassie, géén medelijden) zonder te worden overweldigd, anders werp je een barrière op. En dat maakt eenzaam.
GA ZIT! Het er zijn voor de patiënt is belangrijker dan iets doen. Heb je weinig tijd? Dan gaat het er om bijvoorbeeld hoe je het bed opmaakt. Sta je als arts naast het bed dan kijk je neer op de patiënt, dan is de afstand daar en voelt het bezoek kort aan. Neem je dezelfde tijd voor dezelfde patiënt maar pak je een stoel erbij en ga je bij de patiënt zitten, dan lijkt het voor de patiënt langer te duren.
POSITIEVE ENERGIE STUREN Van Bommel stipte het al even aan in de beschrijving van de professionele uitvoering van zijn ambt: samen bidden biedt troost en vertrouwen. Bidden, mediteren, positieve energie sturen wèrkt. Daar is onderzoek naar gedaan. Daarom zijn er nu zelfs virtuele bidkringen op het internet waar namen kunnen worden opgegeven van mensen waarvoor gebeden ‘moet’ worden. In het Zenboeddhisme kennen we het begrip ‘metta’. Dat lijkt op bidden en is eigenlijk het uitspreken van zinnen van liefdevolle vriendelijkheid bij de betreffende persoon of op afstand. Zo heb ik iemand twee zinnen geleerd, de eerste zin moet worden uitgesproken bij de inademing, "Mag mijn vertrouwen groeien", de tweede bij de uitademing, "Zodat ik mij mag wijden aan God".
VRAGEN ACHTERAF
ORGAANDONATIE
Hoe wordt er binnen het boeddhisme en de islam gedacht over orgaandonatie?
Van Bommel: "Mag niet van mijn geloof" hoor je mij niet zeggen. Binnen de islam is nog maar weinig kennis over orgaandonatie, maar verschillende visies zijn er zeker. De één gaat er vanuit dat hij na zijn overlijden ongeschonden voor zijn Schepper moet verschijnen. De ander voelt zich geïnspireerd door vers 32 van hoofdstuk 5, soera Al-Maidah, waarin in feite de Torah wordt geciteerd:
Deswegen schreven wij de kinderen Israëls voor dat wie ook een mens doodt, behalve wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde in het land, het ware alsof hij het gehele mensdom had gedood, en voor hem die iemand het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken. En voorzeker, Onze boodschappers kwamen met de duidelijke tekenen tot hen en toch werden daarna velen hunner op aarde tot overtreders.
Bakker: In het boeddhisme wordt er altijd tijd gegeven aan het bewustzijn om het lichaam te verlaten. Wat in het algemeen beschouwd wordt als het tijdstip van overlijden (het hart valt uit, de hersenfuncties vallen uit) ligt voor boeddhisten anders. Het duurt wel even voor bij hen iemand als dood wordt beschouwd. Bij mensen die het Tibetaans boeddhisme volgen, wordt in die periode de overledene niet aangeraakt gedurende een uur of drie. De lengte van die periode verschilt. Feit is dat wanneer iemand heeft aangegeven om bij het overlijden orgaandonor te willen zijn, dat er dan snel moet worden gehandeld, te weten binnen die genoemde periode van drie uur. De beslissing van wel of geen orgaandonor zijn, ligt daarom bij de persoon zelf.
Van Bommel: Bij moslims gaat alles na het overlijden heel snel. Bij het begeleiden van een stervende wordt hem gewezen op de genadige aspecten van de Schepper, laat men hem het goede verwachten van het hiernamaals en laat men hem tot innerlijke rust komen vóór het tijdstip van overlijden. Na de laatste adem wordt er dan heel snel het traject afgelegd van wassen, wikkelen in witte doeken, enzovoorts, tot de uiteindelijke begrafenis die in de regel binnen 24 uur na het overlijden plaats vindt.
OPSTANDING
Bestaat er opstanding na de dood bij de boeddhisten?
Bakker: Het bewustzijn gaat door na de dood: dat is reïncarnatie. Cru gezegd: elektriciteit kan zich alleen manifesteren in een lamp, bewustzijn alleen in een lichaam. Bewustzijn is niet individueel maar een zee, ik ben een golf en kan alleen door mijn daden een karma creëren, dat effect gaat door in dat Bewustzijn en kan weer reïncarneren.
⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜⊜
Imam, kom eens luisteren!
Abdulwahid van Bommel wordt na het uitreiken van de bos bloemen, nou, nog nèt niet besprongen door vele mensen met vragen. Geduldig staat hij ze allemaal te woord. Bekir Ulu van de islamitische stichting Barbaros heeft zich wijselijk wat afzijdig gehouden en komt pas op Van Bommel af wanneer de vraagstellers hun antwoorden hebben gekregen. Ulu legt hem eerst uit wat het aandeel is van zijn stichting en van hem persoonlijk in het dagelijks leven van Zutphen. De moskee van stichting Barbaros is de eerste die haar deuren op gezette tijden openstelt voor belangstellenden.
Imam, kom eens kijken!
Ulu wilt Van Bommel nog wat laten zien, maar deze geeft aan dat hij nu eigenlijk weg moet, richting het NS station van Zutphen en loopt de ruimte uit waar het symposium is gehouden. Ulu en ik gaan de zelfde kant uit als Van Bommel en Ulu grijpt de kans om Van Bommel alsnog het stiltecentrum te laten zien. Het makkelijk te vinden stiltecentrum is ontdaan van elke religieuze symboliek en aldus een plaats waar mensen van alle gezindten terecht kunnen voor gebed, meditatie of, indien je een agnost bent, gewoon rust. Op een plank (of was ‘t nu een lange tafel?) ligt literatuur en (heilige) geschriften van diverse geloven. Mooi om het christendom, het jodendom, en de islam een plaats te zien delen met andere levensovertuigingen. Voor moslims is er een gebedskleed en een -ketting. Voor Turken wordt het stiltecentrum aangeduid met ‘Mescid’. Het is dan wel geen moskee, maar op die manier valt na lezen van de richtingaanwijzer met de tekst ‘Stiltecentrum / Mescid’ het Turkse kwartje onmiddellijk en weet men waar men terecht kan voor een gebed. Van Bommel neemt kennis van deze overvloed aan informatie en begeeft zich dan snel richting het personeelsrestaurant om toch even wat rust te nemen voor het vertrek uit Het Spittaal.
Imam, kom eens luisteren! Lang duurt de rust niet voor Van Bommel. Nog meer vragen, mash’Allah. Van Bommel luistert aandachtig. Dan wordt hij eindelijk opgehaald en gaat dan de rust van nachtelijk Zutphen in, onderweg naar het station, onderweg naar huis.
NA AFLOOP VAN HET SYMSPOSIUM IS AAN ELKE BEZOEKER EEN READER OVERHANDIGD, ‘STERVEN EN ROUWEN IN MULTICULTUREEL NEDERLAND’, WAARIN BOEDDHISME, HINDOEISME, JODENDOM, WINTI, ISLAM EN CHRISTENDOM WORDEN BESPROKEN.
Incha Allah is deze reader binnenkort online beschikbaar, zoals deze files: Klik op
deze link voor de symposiumfolder in Word Klik op
deze link voor de door Van Bommel gebruikte sheets in Word.