Na het
namiddag-gebed verricht ik gedurende zo'n 25 minuten de 'wird', dat is een vorm
van zikr waarbij ik achtereenvolgens honderd keer Allah om vergeving vraag, Hem
honderd keer vraag om de profeet Mohammed en diens familie te zegenen
(salaatoul Fatih) en tenslotte verklaar ik honderd maal dat er geen andere
god is dan Allah: "La ilaha ill'Allah". Met mijn gebedsketting houd ik
dan de tel bij.
Nu de
dagen op z'n langst zijn, is het namiddag-gebed rond zes uur 's avonds en
combineer ik de 'wird' vaak met mijn avondwandeling (na het eten loop ik elke
dag een rondje van 40 minuten). Dan kun je me zien lopen met mijn gebedsketting
in de rechterhand op m'n vaste route door mijn woonplaats.
Op die
route kom ik vaak een oudere man tegen die ik ken van de moskee. Geconcentreerd
luistert hij naar wat door zijn oortjes klinkt. Hij groet mij. Ik knik
vriendelijk terug, omdat ik mijn zikr niet wil onderbreken; als moslim zijnde
zal hij dat vast wel begrijpen.
Vandaag
kom ik hem weer tegen. Deze keer houdt hij mij staande en laat hij me out of
the blue horen wat er door zijn oortjes klinkt. "Zikr," zegt hij en
houdt een oortje bij mijn oor. "La ilaha ill'Allah" hoor ik een groep
mannen reciteren. Percussie zet in. "Zikr-muziek", zegt de man,
"Daar luister ik altijd naar wanneer ik loop".
Het zit
in de natuur van mensen om dingen met elkaar te delen; vooral wanneer het een
gezamenlijke interesse betreft. In hun enthousiasme kunnen ze dan zomaar vergeten
dat ze nu te maken hebben met die vermaledijde anderhalvemetersamenleving.
Allahoema...