donderdag 27 januari 2005

Yande en Yaawmiddien (I)




Bij het naar bed brengen, lees ik de kids niet altijd een verhaaltje uit Onze Oemma voor. Soms reciteer ik voor hen één van de wat langere soera’s uit de Juz Amma, voorafgegaan door de Fatihah uiteraard. Dat vinden de kids prachtig, want dan blijft papa wat langer en dan gaat het licht wat later uit. De afgelopen tijd heb ik bij Yande bemerkt, dat ze bij het verhaaltje voorlezen heel geconcentreerd luistert, maar bij een wat langere soera als soera An-Naba’ – nou, dan dwaalt haar blik door de kamer en wèg is haar aandacht. Daarom probeer ik haar vanaf vanavond er wat meer bij te betrekken.

Zoals gebruikelijk zit Yande naast me op de bedrand. Ik sla mijn rechterarm om haar heen met het boekje in mijn beide handen voor ons. Heel knus. Voor ik begin, wijs ik Yande op de Nederlandstalige uitleg onderaan de bladzijdes. Ik weet dat die uitleg vaak wat te diep gaat voor een griet van bijna tien, maar het zelf lezen geeft haar in ieder geval een aandeel in het geheel. Meer betrokkenheid.

Op een gedragen wijze reciteer ik dan soera An-Naba’. Het verheven Nederlands van de uitleg doet haar af en toe fronsen, maar ze leest geduldig verder. Na afloop heeft ze uiteraard wat vragen. Met name over "dat vers over die bergen die weggaan". Ik zoek de betreffende aya op en probeer het haar uit te leggen: Soera An-Naba’ gaat over het grote nieuws van de Dag des Oordeels en over wat er dan gaat gebeuren. Yande begrijpt de uitleg van aya 20 niet helemaal. Deze aya wordt in het genoemde boekje als volgt uitgelegd: "En de bergen verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling" (78:20)

"Wat bedoelen ze daar nu mee, papa?"

"Ik heb je wel eens eerder verteld over Yaawmiddien, hè. Dat de mensen bij elkaar worden geroepen en dat er wordt besloten wie naar de hel gaat en wie naar de hemel gaat."

"Ja, maar dat was wel heel lang geleden, dat je mij daarover hebt verteld."

"Ik zal je proberen het uit te leggen, Yande. Als je gedurende een hele lange tijd in een woestijn bent. Alleen. Dorstig. Dan kun je soms iets zien wat er eigenlijk niet is, bijvoorbeeld een oase (waar je water kunt drinken) of andere mensen (maar eigenlijk ben je alleen). Met een moeilijk woord noemen ze dat fata morgana of luchtspiegeling."

"Ja, daar heb ik wel eens iets over gehoord, ja."

"Nou, wanneer die Dag er is, is niets meer wat het lijkt. Zelfs de bergen zijn dan geen bergen, maar alleen maar een luchtspiegeling. Niets is meer wat het lijkt."

Yande is blij dat er voor haar een tipje van de sluier van soera An-Naba’ is opgelicht. Incha Allah maakt dat haar nieuwsgierig naar de betekenissen van al die andere soera’s die ik voor haar en Ahmed en Kiné reciteer voor ze gaan slapen. Mash’Allah, ik heb een manier gevonden om haar er weer bij te betrekken (dat was hard nodig!); incha Allah gaat het werken.

maandag 24 januari 2005

Vegetariër èn moslim (I)

Vegetariër èn moslim: dat komt vaker voor dan je denkt. Zo is in de eerste aflevering van de eerste reeks van de serie "Nieuwe moslims, wat bezielt hen?" (uitgezonden door NMO-TV in november/december 1996?) een Nederlandse moslim aan het woord die vegetariër is gebleven na zijn bekering. Helaas weet ik niet meer hoe dat interview ging en of men een kopie van dit interview uit de archieven van de NMO kan opvragen. Op mijn vorige log Ahmed vegetariër af heb ik een leuke reactie gekregen van een moslima die tevens vegetariër is. Zij is onafhankelijk van haar gezin moslima geworden. Dat de combinatie 'vegetariër' en 'moslim' voor problemen zorgt tijdens - ik noem maar een voorbeeld - het offerfeest, staat buiten kijf. Hoe lost een islamitische vegetariër dat dilemma nu op? Laat ik eens even hardop nadenken.

Nee, eerst even terug in de tijd. Zelf ben ik jaren lang vegetariër geweest. In die tijd ben ik een koppige jongeling die de wereld wil verbeteren, maar vergeet bij zichzelf te beginnen. Ik draag naast mijn onafscheidelijke ‘palestijnensjaal’ zelfs van die lichtbruine linnen schoenen (dan draag ik tenminste geen leer) en ben zeer actief: eerst als lid van een PSP-jongerengroep, later onder andere als bewoner van het Vredes Aktie Kamp te Woensdrecht. In dat milieu van activisme vind je, in die tijd althans, bijna alleen maar vegetariërs en daardoor is het in de loop van de tijd het vegetariër zijn verworden van een overtuiging tot een gewoonte. Uiteindelijk ben ik weer vlees gaan eten maar hoe die omslag tot stand is gekomen zou ik je niet kunnen zeggen. Dat heb ik helaas niet op mijn harde grijze schijf bewaard.

Goed: de eerste oplossing voor bovenstaand dilemma die in mijn hoofd opkomt, is voor sommige vegetariërs wellicht niet helemaal koosjer :-) maar goed:
Wanneer het offerfeest daar is, slacht een moslim een schaap (of laat het slachten) om de profeet Ibrahiem te gedenken, die in opdracht van Allah zijn zoon Ismail wilde slachten. Dat gebeurde uiteindelijk niet, omdat Allah middels die opdracht alleen te weten wilde komen in hoeverre Ibrahiem het volste vertrouwen had in Hem. Zou het geen oplossing kunnen zijn voor een islamitische vegetariër, iemand anders namens hem of haar een schaap te laten slachten en dan het vlees in zijn geheel uit te delen aan mensen die het nodig hebben en het dus zelf niet te consumeren? Ik kan mijzelf voorstellen dat vegetariërs ook met die oplossing moeite kunnen hebben, maar ze zouden het dan als een offer (!) kunnen beschouwen voor hun moslim-zijn door in ieder geval één keer per jaar dat ritueel van Eid-oel-Adha te (laten) verrichten. “Je bent vegetariër of je bent het niet” zou ik jaren geleden gezegd hebben in zo’n geval. En nu? Tja, ik ben geen imam of een oestaz. Ik ben een mash’Allah eenvoudige praktizerende moslim en zou niet zo direct een andere oplossing weten. Ik ben overigens blij dat mijn moslim-zijn mash’Allah niet verworden is tot een gewoonte: het is nog steeds een overtuiging. Door het schrijven van dit weblog, door over zaken na te denken, hou ik mijzelf scherp en verval ik niet in een routine zonder bij het hoe en waarom stil te staan.

Mocht jijzelf een islamitische vegetariër zijn of je kent iemand uit je omgeving die èn vegetariër èn moslim is (m/v), stuur mij dan een mailformulier (klik HIER) met daarin oplossingen die in de praktijk worden gevonden voor bovenstaand dilemma. Toegestuurde reacties verwerk ik dan eventueel in een nieuwe log. Wordt vervolgd, incha Allah.

UPDATE D.D. 8 JANUARI 2013: Ik heb niet meer de beschikking over een mailformulier. Mocht je nog oplossingen hebben, stuur me dan een bericht via Twitter: @AbdulwadudLouws

zondag 23 januari 2005

Ahmed vegetariër af

Wij, Ndoya en ik, hebben ons wel eens zorgen gemaakt over Ahmeds eetlust. Met name vlees is er bij hem nooit ingegaan. Grappend hebben we hem wel eens vegetariër-van-nature genoemd. Maar wat schetst onze verbazing: nota bene sinds het afgelopen offerfeest is Ahmed helemaal into vlees. Stoere verhalen over hoeveel stukjes schaap hij nu weer heeft gegeten enzo. We hebben nooit de illusie gehad dat we Ahmed tot het eten van vlees konden dwingen. Dwingen ìs niet goed, niet alleen in de godsdienst :-). Maar ja, wat dan te doen? We hebben immers als ouders toch die verantwoordelijkheid te zorgen voor een juiste (op)voeding. Tot nu toe hebben we het altijd opgelost, door voor hem wat extra’s te maken, zodat hij in ieder geval alle benodigde voedingsstoffen zou binnenkrijgen. Afgelopen offerfeest bestaat onze maaltijd traditiegetrouw uit louter vlees (gegrilde schaapskoteletten). En warempel, Ahmed pakt een kotelet bij het bot, zet zijn tanden in het vlees en is verkocht. Meteen vegetariër af. Mash’Allah, hij is nu echt het mannetje.

maandag 17 januari 2005

Mash'Allah

Aan de vooravond van de hajj lees ik Ahmed en Kiné voor uit Onze Oemma over de bedevaart naar Mekka.

"Maar papa, mag ik dan geeneens groen aan als ik later ook steentjes ga gooien?" vraagt Ahmed. "Groen is mijn lievelingskleur, hoor."

Mash’Allah, het ventje staat er nog niet bij stil dat dè hajj-dag bij uitstek de dag is wanneer de miljoenen pelgrims op de vlakte van Arafat zijn (overmorgen, incha Allah). "Ik weet het jongen, maar iedereen moet hetzelfde aan. En dat zijn die twee witte doeken waar ik het over had." Ahmed kijkt eerst even bedenkelijk, maar ziet er dan toch wel het mooie van in.

Na het voorlezen doen we altijd de fatihah. Soms doet Ahmed ‘m, soms vraag ik voor de vorm Kiné om de fatihah te doen. Ze zegt dan altijd dat ze ‘t niet kan, dat het te moeilijk is. Maar mash’Allah vanavond zegt ze "Ja". Met een heel zacht fluisterstemmetje spreekt ze de aya’s langzaam uit, nog niet helemaal goed gearticuleerd, maar dat geeft niet. Ik vind het al heel wat voor haar en ben daarom heel erg blij om de inspanning die ze vanavond levert. Nou, je had die brede glimlach moeten zien van haar na het ‘Sadaqallahoelaziem’.

"Goed gedaan, Kiné. Helemaal in je eentje de fatihah gedaan. Het is je gelukt."

Ahmed stoot me aan en zegt: "Mash’Allah, papa, zeg nou mash’Allah!" :-)

Yande heeft later nog iets bijzonders. Ze blijkt een paar dagen geleden over Ndoya en mij en de hajj gedroomd te hebben. "Ik droomde dat ik op de markt van Keury Souf [Rufisque, Senegal] was, samen met mama, yaye-boye [oma van moeders kant] en wat anderen. Daar vond ik twee biljetten naar Mekka, één voor jou en één voor Ndoya."

"Da’s een fijne droom, Yande. Maar hoe lossen we dat dan op met jou en Ahmed en Kiné?"

"Nou, simpel. Ik ga logeren bij Tara [buurmeisje en haar beste vriendin hier in NL] en Ahmed en Kiné gaan logeren bij Ilyaas en Faysal [buurjongetjes hier in NL]." Mash’Allah, in de beleving van haar droom liggen Senegal en Nederland heel dicht bij elkaar.

vrijdag 14 januari 2005

Als ze steentjes gaan gooien, roep je me dan?

Gisteren. Het begin van de avond. Na lang en diep graven in mijn archief heb ik eindelijk weer de videocassette gevonden met daarop de bekroonde documentaire "Hajj, The Journey Of A Lifetime" zoals uitgezonden door de Nederlandse Moslim Omroep (januari/februari 2003?). Destijds hebben Yande en Ahmed en natuurlijk yours truly zeer geboeid naar deze Britse documentaire gekeken over een aantal bedevaartgangers die voor en tijdens de hajj met een camera dicht op de huid gezeten worden. Als kijker heb ik mij bij het bekijken van de film echt één van de bedevaartgangers gevoeld.

Met de naderende hajj wil ik dat gevoel weer oproepen en roep de kinderen erbij voordat ik de band start. Kiné blijft rustig aan tafel haar papier knippen, haar laat ik maar even. Het voorstukje vinden Yande en Ahmed een beetje saai. Al dat praten en zo. Yande verdiept zich samen met Ndoya weer in een schriftje vol met gemaakte opdrachten, die ze zojuist van school heeft meegenomen. Ahmed gaat weer achter de computer zitten, maar niet voordat hij mij vraagt "Als ze steentjes gaan gooien, roep je me dan?"

Goed, papa kijkt even in z’n eentje. Wat mij bij de eerste keer kijken heeft geboeid, en nu weer, is het verhaal van neurochirurg Dr. Amina Coxon, die na een lange religieuze zoektocht heeft gekozen voor islam. Ze gaat op het moment van de opnames voor de derde keer met de hajj. In een eerdere log spreek ik over de spirituele voorbereiding ten bate van de hajj: wat een zoektocht kan zijn die jaren kost. Wel, voor haar als ‘meervoudig hajja’ duurt die zoektocht mash’Allah nog steeds voort.

"Papa?" Yande kijkt even op van haar schoolschriftje, "Waarom dragen die mensen allemaal witte kleren?"

"Zo kun je niet zien of iemand nu een directeur of en bakker, een president of een schoonmaker is. Tijdens de hajj is iedereen gelijk."

Dan gaat de telefoon. Een vriendinnetje vraagt aan Yande of ze komt spelen. Ze doet haar schriftje dicht en weg is ze – naar de overkant waar haar vriendinnetje woont. Ondertussen komt Ndoya naast mij zitten. "De eerste keer dat mijn vader [El Hadji Maguette Birama Sarr] met de hajj ging," zo vertelt ze me, "moest hij daar een hele lange tijd voor uittrekken. Dat was ergens in 1965 meen ik. Vanuit Senegal ging de reis naar Saoedi-Arabië toen nog per boot."

Amina Coxon ziet de hajj als een metafoor voor de zoektocht naar Allah, met alle hindernissen en ongemakken van dien. Oftewel, de nare dingen die je tijdens de hajj ervaart, moeten je niet uit het veld laten slaan maar moet je beschouwen als testen waarmee Allah soebhana wa ta’ala je op de proef stelt. Testen waarmee je hele dagelijkse leven ook vol zit. Dan hoort Ahmed de azaan uit de speakers van de televisie komen.

"Zijn ze al steentjes aan het gooien, papa?"

"Nee, jongen, ze zijn aan het bidden op de vlakte van Arafat."

Even later doet Amina Coxon het emotionele verhaal over haar do’a aan Allah om Zijn genade over haar neer te laten dalen, waarna er mash’Allah een weldadige regen valt.

"Abdul, misschien is het een goed idee, om die Nederlandse vrouw waar jij het wel eens over hebt, die vrouw die onafhankelijk van haar gezin zelf moslima is geworden, naar deze documentaire te laten kijken. Van jou begrijp ik dat ze werkelijk snakt naar informatie over islam, mooie diepgravende informatie zonder dat opgeheven vingertje."

Mash’Allah, wat een goed idee van Ndoya. Dit weekend zal ik de tape naar haar toesturen (uiteraard incha Allah, mijn vergeetachtigheid speelt mij wel eens parten :-). Dan zie ik beelden van rijen bussen die onderweg zijn naar Moezdalifah. Ahmed is erg geconcentreerd bezig met een spelletje op Jetix.nl. Ik roep hem weg uit die droomwereld en breng hem naar de realiteit van de hajj en dan met name het steentjes gooien. Ahmed is net op tijd voor de beeldbuis om mensen te zien die steentjes aan het verzamelen zijn. Het absolute hoogtepunt van de documentaire is voor Ahmed toch wel het moment wanneer een jongetje door zijn vader wordt opgetild en zo zelf zijn steentjes naar een jamra kan gooien. Dat wil hij ook!

woensdag 12 januari 2005

Dawa à la Ahmed (II)

Vanochtend neem ik een kijkje in de klas van Ahmed. Benieuwd waar dan precies die ‘aandachtstafel’ staat waar juf Onze Oemma op zou hebben gelegd. En ja hoor, direct bij binnenkomst links, onder het schoolbord, daar staat-ie.

De Onze Oemma staat met het ‘gezicht’ naar de klas in de gleuf van een houten plankje opengeslagen op de bladzijdes 22 en 23: de brievenrubriek en een kleurplaat met een winters tafereel. Ahmed hoopt vandaag het stukje bij zijn foto in deze brievenrubriek te mogen lezen ("Incha Allah, hè papa?"). Hij weet mij ook te vertellen dat de kleurplaat inmiddels gekopiëerd is, voor elke leerling één exemplaar. Wat een verrassing! Wie weet houdt Onze Oemma er op deze manier incha Allah nog wat nieuwe abonnees aan over – dat zou mooi zijn!

Ik wijs de moeder van het meisje dat tegenover Ahmed zit op het tijdschrift. Ze ziet de foto, vind ‘m leuk en leest het stukje. Dan draait ze het tijdschrift om en kijkt wat het eigenlijk is (zoals juf gisteren) en is blij verrast. Ik wijs haar op het hajj-spel dat als een bouwpakket op de middenpagina’s van Onze Oemma is geprint en leg haar uit, dat op deze manier kleine moslims zaken over hun religie wordt uitgelegd, zoals de komende bedevaart naar Mekka.

zie afbeelding boven deze tekst voor het hajj bordspel (bouwpakket) en zie afbeelding rechts voor de spelregels (klik op de afbeelding om de tekst beter te kunnen lezen)

Vanmiddag is Ahmed al vroeg thuis, samen met Yande en Kiné. Hij heeft het stukje mogen voorlezen en het exemplaar van Onze Oemma blijft nog een paar dagen op de ‘aandachtstafel’ staan. Mashallah!

Niet in de haak

Twee vissen zwemmen wat rond. Plots bungelt er een stukje vlees voor hun neuzen. De jongste van het vissenstel stormt er op af met zijn mond wijd open.

De oudere vis roept: "Stop! ‘t Is niet te zien, maar er zit een haak in het vlees. Die haak is verbonden met een draad. Dat draad zit vast aan een hengel. Een man houdt die hengel vast. Als jij het vlees eet, blijft je kaak aan de haak hangen en trekt de man je uit het water. Hij zal je opensnijden met een mes, je roosteren op een vuurtje en je vervolgens opeten. De resten voert hij aan zijn kat."

De jonge vis laat het vlees voor wat het is en de twee zwemmen weg. Maar wanneer de jonge vis alleen is, denkt hij bij zichzelf: "Ik kan beter zelf poolshoogte nemen om te zien wat er waar is van deze beweringen." Hij begeeft zich naar het stukje vlees, zwemt eromheen, erboven en eronder en maakt omtrekkende bewegingen. Na een diepgravend onderzoek zegt hij tot zichzelf: "Ik heb overal gekeken en heb geen enkel bewijs gevonden voor de aanwezigheid van een man, een hengel, een mes, een vuur en een kat. Buiten het water waarin we leven, heb ik geen enkel spoor gevonden van wat dan ook. Die ouwe spelde me wat op de mouw." Hij opent zijn mond en eet het vlees. De haak pakt zijn kaak en hij wordt uit het water getrokken. Hij ziet een hengel, een man, een mes – maar die kennis kan hem niet meer helpen.

[bron: IBN.net]

dinsdag 11 januari 2005

Dawa à la Ahmed (I)

Vanochtend kan Ahmed dan eindelijk het nieuwste nummer van Onze Oemma aan zijn juf laten zien. Het is nummer 3 van jaargang 1 met daarin een foto van hem plus – in iets gewijzigde vorm – de tekst van mijn log De influisteraar krijgt klop.

klik op deze afbeelding om de tekst beter te kunnen lezen

"Juf! Kijk, mijn foto…" Ahmed trappelt van ongeduld. Juf reageert niet want ze is net in een serieus gesprek met een ouder. "Juf!" Juf is klaar met praten en richt zich tot Ahmed. Hij geeft haar het tijdschrift en wijst haar zijn foto. "Leuke foto, Ahmed. En is dat jouw verhaal?"

Ze wijst op de begeleidende tekst. Ik leg juf uit dat de tekst van mijn hand is en gaat over wat uitspraken van Ahmed. "Ik lees het zo wel even voor", zegt juf.

Ik wijs haar op de inhoud van het stukje, die heel specifiek over één bepaald hoofdstukje uit de koran gaat en wellicht voor het gros van groep 3/4/5 van een niet-islamitische school te hoog gegrepen is.

"Oh, wat voor blad is het eigenlijk?" Ze bekijkt het voorblad en leest ‘Het leukste & leerzaamste blad voor kleine moslims’.

"Oké, nou, ik kijk zo wel wat ik er mee doe."

Vanmiddag vertelt Ahmed mij enthousiast dat juf de foto aan iedereen in de klas heeft laten zien en dat hij morgen incha Allah het hele verhaaltje dat bij de foto staat, mag voorlezen (mash’Allah, dat is voor dat ventje van bijna zeven jaar een peulenschil). Het exemplaar van Onze Oemma ligt nu op de zgn. ‘aandachtstafel’ in de klas. Daar worden boekjes en andere dingen neergelegd die interessant worden bevonden voor de leerlingen. Ik glimlach wanneer Ahmed mij dit alles vertelt en geef hem een knuffel. Mash’Allah, Ahmeds eerste schreden op het pad van dawa…

maandag 10 januari 2005

Van moslim-in-spé naar hajji-in-spé

Het is al een paar jaar geleden dat ik voor Allah de intentie heb uitgesproken om op bedevaart naar Mekka te gaan. Mijn intentie is één ding, daadwerkelijk gaan een ander. Afgezien van alle praktische zaken die een hajji-in-spé moet regelen (zoals zijn gezin in goede doen achterlaten, eventueel nog wat verzekeringen aanpassen voor het geval dat) is er de spirituele voorbereiding: dat is het moeilijkste deel van de voorbereiding en die kan járen duren.

Als moslim-in-spé stort ik mij begin 1996 op de inhoud van het boek "Kom tot het gebed – Een korte inleiding tot de praktijk van de Islam", geschreven door Abdulwahid van Bommel. Daar komt een stukje in voor over de hajj dat mij tot nu toe is bijgebleven. Het laat zien dat de intentie cruciaal is voor het wel of niet slagen (lees: door Allah geaccepteerd worden) van je hajj. Ik pak het boek "Kom tot het gebed" er weer eens bij. Nou, dat is lang geleden zeg. Direct komen herinneringen naar boven aan mijn tijd als enthousiaste moslim-in-spé: staand op mijn zojuist aangeschafte bidkleed in mijn studentenkamertje te Uilenstede, Amstelveen, maak ik mij stap-voor-stap het gebed eigen, met schuin voor mij dat boek opengeslagen op de eerste bladzijde van paragraaf 3.5 "Hoe bidden wij?" (zie ook mijn log Een niet-moslim die de salaat verricht)

Terug naar de tegenwoordige tijd: ik blader snel door naar achter in het boek. Daar staat op bladzijdes 125 en 126
"een gefingeerd gesprek opgesteld door de beroemde mysticus Djoenaid uit Bagdad, waarin wordt duidelijk gemaakt dat handelingen worden bepaald door en beoordeeld naar hun bedoeling.

DE INTENTIE

- Ik ben naar Mekka geweest om de hadj te doen.

- Deed je echt de hadj?

- Ja, met Allahs hulp heb ik de hadj volbracht!

- Vertel me, toen je je huis verliet en op weg ging, heb je toen afscheid genomen van al je eigenschappen, je opstandigheid en je ongehoorzaamheid?

- Nee, daaraan heb ik niet gedacht!

- Dan ben je niet van huis vertrokken. Maar heb je niet voortdurend tijdens je reis, iedere keer wanneer je die onderbrak voor je nachtrust, het gevoel gehad dat je een nieuwe afstand had afgelegd op de web naar beter begrip van het leven?

- Nee, dat gevoel is niet bij mij opgekomen!

- Dan heb je, terwijl je op reis was, geen voet verzet. En toen je aankwam op de plaats waar je het pelgrimskleed moest aantrekken en je "moehrim" werd, heb je toen niet tegelijk met je gewone plunje je verkeerde neigingen afgelegd?

- Nee, die ervaring heb ik niet!

- Dan heb je het pelgrimskleed niet aangetrokken. En toen je om de Ka’bah liep, zag je toen niet in je verbeelding Gods schoonheid?

- Nee, dat geluk heb ik niet gesmaakt!

- Dan heb je dus niet om de Ka’bah gelopen. Maar toen je heen en weer liep tussen Safa en Marwa, was je je toen niet bewust van de symbolische betekenis van wat je deed?

- Nee, daar herinner ik me niets van!

- Dan heb je niet heen en weer gelopen tussen Safa en Marwa. En toen je in Mina aankwam, had je toen geen afstand genomen van elk aards verlangen?

- Nee, dat gevoel had ik niet!

- Dan ben je niet in Mina geweest. Maar toen je in de vlakte van Arafat was, had je toen niet de indruk dat een sluier voor je bewustzijn werd weggetrokken en dat je in direct contact stond met de eigenlijke werkelijkheid?

- Nee, die indruk had ik niet!

- Dan ben je ook niet in de vlakte van Arafat geweest. Maar toen je in Moezdalifah aankwam, vervuld van de behoefte om de pelgrimstocht te volbrengen, was die behoefte toen niet zo overweldigend dat alle andere verlangens van je afvielen?

- Nee, ik had niet het gevoel dat ik dat stadium had bereikt!

- Dan ben je evenmin in Moezdalifah geweest. Maar teruggekomen in Mina om een offer te brengen, slachtte je toen niet tegelijk met het offerdier je menselijke hartstochten en verlangens?

- Nee, dat doel heb ik niet bereikt!

- Dan heb je ook het offer niet gebracht. Maar toen je steentjes wierp naar de steenhopen in Mina, wierp je toen niet tegelijkertijd elk gevoel van jaloezie en ambitie van je af?

- Nee, dat idee is niet bij me opgekomen!

- Dan heb je in Mina geen steentjes geworpen. In feite heb je geen enkel onderdeel van de pelgrimstocht volbracht. Het enige wat je kunt doen om de zaak in orde te brengen is de hele pelgrimstocht overdoen, maar dan in de geest van Abraham, om op die manier zijn geestelijk niveau te bereiken.

Bron: "Kom tot het gebed – Een korte inleiding tot de praktijk van de Islam" door Abdulwahid van Bommel (Uitgeverij Oase, ISBN 90-70825-01-5).

Het zal nog lang duren tot ik incha Allah ook op bedevaart ga naar Mekka. Als het eenmaal zover is brengt dat, zoals ik al eerder heb gezegd, naast een praktische voorbereiding ook een spirituele voorbereiding met zich mee. Naast het her- en herlezen van de koran en de hadiths zal incha Allah dat bovenstaande gefingeerde gesprek mij daar zeker bij helpen. Tot die ene keer dat ik zelf de reis naar het Huis van Allah maak, zal ik incha Allah tijdens de hajj aan de buis gekluisterd zijn. Via www.kacst.edu.sa/en/stream/default.asp kan ik dan incha Allah naar live-reportages van de hajj kijken. Het liefst zou ik dan in het scherm willen kruipen om erbij te kunnen zijn. Tja, ongeduld: één van mijn eigenschappen die ik zeker vóór mijn eigen hajj achter me moet laten.

woensdag 5 januari 2005

Plezier met schoenen uitdoen!

Ik lig in een deuk tijdens het kijken naar het item ‘Angst in Venray’ van het TV-programma Premtime. Het is Prem Radhakishun net gelukt om moslims naar het café Dingus mee te nemen. Nu staat hij op het punt om een aantal cafégasten, waaronder wat Lonsdalers, mee te nemen naar de moskee. Prem lijkt even in de schoenen te staan van Minister Verdonk, wanneer hij "Nee" krijgt te horen op zijn vraag of hij, de Lonsdaler, hem een hand zou geven als hij, Prem, hem zou groeten. Deze Lonsdaler wenst hem nog wel plezier met het uittrekken van die schoenen :-).

Even later volgen dan de beelden van de cafégasten die voor het eerst een kijkje in een moskee komen nemen. Prem, een te gek initiatief! Thumbs up! Heb je de uitzending gemist? Bezoek dan het archief van de Premtime website en klik op de uitzending van "04 01 2005, aflevering 48":

www.omroep.nl/nps/premtime

Update 12 januari 2005: Leo, de Lonsdaler, is inmiddels ontslagen door zijn werkgever. Daarom praat Prem nog even na met Leo. Zoek de betreffende aflevering in het archief onder "11 01 2005, aflevering 49". Een verrassende ontmoeting!

zaterdag 1 januari 2005

Vooruitblik

Nee, geen vooruitblik van mijn kant. Terugblikken kunnen wij allemaal, maar alleen aan Allah is het vermogen om vooruit te kijken. En Hij alleen weet wat wij op onze weg zullen tegenkomen. Het is de kunst om onze vrije wil in overeenstemming te brengen met die van Allah. Een hele klus. Een klus die nooit is geklaard. Een voortdurende zoektocht.

En nou niet denken dat er mensen zijn die alle wijsheid in pacht hebben. Mensen die jou wel eens even zullen zeggen hoe het zit. "Oh, ben je net moslim geworden? Mash’Allah, misschien ben je geïnteresseerd in een buitenlandse studie, ik ken broeders die je alles haarfijn kunnen uitleggen. Weet je wat, wij hebben straks een studieweekend in het Nederlands. Kom eens langs, Allah zal je er zeker voor belonen." Nee, ik ken mijn pappenheimers. Hoe sterk het verlangen ook is om in deze verwarrende tijden te vallen voor de verleidingen van de strakke leer (nee, niet qua kleding) en het uitzicht op een enkele reis djennah in de zeer nabije toekomst, denk erom dat islam voor jou ook een persoonlijke zoektocht betekent. Een zoektocht die je incha Allah zult volbrengen als je maar vertrouwen blijft houden in Allah soebhana wa ta’ala en niet zwicht voor de verleidingen van wolven in schaapskleren.

Ik wens jou in het komende jaar veel sterkte en godsvrucht. Dat Allah soebhana wa ta’ala je zal geven waar je Hem om hebt gevraagd. Is hetgeen waarom je hebt gevraagd niets voor jou, dan zal je het niet krijgen. Is hetgeen waarom je hebt gevraagd wel iets voor jou, dan zal je het wel krijgen, wellicht met enige vertraging. Want het leven zit vol met tests van je imaan. Je vertrouwen in Allah zal voortdurend op de proef worden gesteld. Maar na elke keer dat je zo’n proef hebt doorstaan, zal je er incha Allah sterker uit komen. Yallah Yallah Bay Sa Tool, zeggen ze in Senegal. Wat zoveel betekent als Allah helpt alleen hen die zichzelf helpen. Dus, de handen uit de mouwen en ga ervoor! Fi sabilillah!

Het nieuwjaarsfeest, maar dan anders

In Rufisque (de geboortestad van mijn vrouw Ndoya) kun je maar liefst elke dag hordes runderen langs zien razen, zo rond het tijdstip van julli timiss (het avondgebed). Als cowboys te voet proberen een aantal Peul de hordes in bedwang te houden; ze nemen ze mee van de veemarkt te Diamaguène (net buiten Rufisque) naar het slachthuis in de wijk Keury Souf, vlakbij de zee. De Peul zijn uitgerust met lange stokken, om de hordes in bedwang te houden, en met scheidsrechtersfluitjes, om onderweg het verkeer te "regelen". Wanneer op de Route de Rufisque, een doorgaande weg, de autobestuurders de fluitjes horen, weten ze dat ze hun lichten moeten doven om niet door één of ander rund te worden aangevallen. Vooral wanneer het de avond is vóór Tadiabon kun je extra veel runderen langs zien rennen.

Ashoera is de viering van het islamitisch nieuwjaar en vind plaats op de tiende dag van het nieuwe jaar. In Senegal wordt deze dag Tamxarit genoemd. Zoals bij zovele vieringen wordt in Senegal het accent verlegd van de dag zelf naar de avond ervóór. Tijdens deze veille de Tamxarit die ook wel Tadiabon genoemd wordt, verkleden mannen zich als vrouwen, en vrouwen als mannen. Inderdaad, dat heeft weinig met islam te maken (wat heet…) maar amusant is het zeker wel. Zoals het carnaval in Rio bijvoorbeeld een jaarlijkse uitlaatklep is voor travestieten, zo pakken ook travestieten in Senegal de gelegenheid aan om tijdens Tadiabon helemaal loos te gaan. Zoals Jean, een jonge homoseksueel, die nog thuis woont en daar werk doet wat wordt beschouwd als typisch voor vrouwen: hij doet de was, kookt maaltijden, veegt elke ochtend de binnenplaats aan, enzovoorts. Waar was ik ook al weer gebleven? Oh ja, terug naar die runderen:

De hordes komen Rufisque binnen, ze razen de rotonde op en gaan voor het Shell benzinestation naar rechts, waar aan het eind van de dag een horde kinderen ze staat op te wachten, klaar om stenen te gooien. Ze maken muziek op hun tot trommels omgebouwde tomatenblikken en jagen de hordes richting de Rue Ousmane Socé Diop en bakkerij "Medina". Mensen zoeken snel een goed heenkomen in binnenplaatsen, als ze al niet het avondgebed aan het doen zijn. Zo is een familie aan het bidden op hun eigen binnenplaats. Ze zitten al op hun knieën, na de laatste rakaat. Maar voor dat de voorganger het gebed kan beëindigen met twee keer "Assalaamoe Aleikoem wa Rahmatoellah" stormt er een dolle stier de binnenplaats op, nog ongezien door hen die de salaat verrichten. "Een stier, een stier, een dolle stier! Een stier komt eraan!" waarschuwt iemand. De voorganger is de eerste die opspringt, uiteraard gevolgd door de rest (een imam hoor je te volgen, niet waar :-). Ze maken dat ze weg komen. Ze vluchten hun huizen in of schuilen in smalle steegjes.

Vierentwintig uur later: de Tadiabon is in volle gang. De lokaal wereldberoemde percussiegroep Moussa Tama & Ensemble maakt, gekleed in drag, de buurt onveilig: ze gaan de binnenplaatsen langs, maken muziek en halen geld op. De mensen gaan uit hun dak en feesten, ze zijn de hordes runderen al lang weer vergeten. Zijn de muzikanten vertrokken, dan is het de beurt aan de kinderen. Gekleed in hun Tadiabon-outfit imiteren ze Moussa Tama en zijn ‘mannen’, ze slaan op hun trommels van blik en geitenvel en gaan de huizen langs. Voor hun muzikale verrichtingen krijgen ze dan snoep, koekjes en ander lekkers. En die runderen? Ach, vanochtend lagen ze reeds in porties verdeeld bij diverse moskeeën. Mensen die het nodig hadden, kwamen vroeg in de ochtend langs om hun portie in ontvangst te nemen.