donderdag 11 maart 2004

Een niet-moslim die de salaat verricht

Het is januari 1996. Vol van alle indrukken opgedaan tijdens mijn eerste verblijf in Senegal land ik een paar dagen voor het begin van de vastenmaand ramadan op Schiphol met het voornemen mij zeker te verdiepen in islam, de religie waarmee ik in Senegal op zo’n positieve wijze in aanraking ben gekomen.

Een goed begin lijkt mij het meedoen met de ramadan. Ik haal bij een islamitische slager een lijstje met de tijden en begin de volgende dag met goede moed te vasten. In mijn onschuld vast ik de eerste paar dagen van de ramadan te lang. In de ochtend begin ik op het juiste tijdstip, maar ‘s avonds vast ik door tot het moment waarop het nachtgebed (‘isja) dient te worden verricht – dat moet natuurlijk het avondgebed zijn (maghrieb). Alhamdulillah word ik door een moslim op het juiste spoor gezet en zet ik de ramadan voort zoals het hoort.

Nog voor mijn verblijf in Senegal heb ik mij al aangemeld als vrijwilliger bij het Internationaal Filmfestival in mijn geboorteplaats Rotterdam. Daar doe ik nu (eind januari/begin februari 1996) kassa- en ‘call center’-werkzaamheden en tussen alle bedrijven door (werken en heel veel films kijken) neem ik nauwelijks de tijd om mij in islam te verdiepen.

Dan is het 2 februari: mijn verjaardag. Volgens de Gregoriaanse kalender althans. Ik weet op dat moment nog niet dat ik volgens de Islamitische kalender op 18 Ramadan (!) verjaar. Van mijn grootvader, Willem Lodewijk Schippers, krijg ik vijftig gulden als verjaardagscadeau. Tussen twee films door bezoek ik een grote boekhandel en koop van het geld de heilige koran voorzien van een Nederlandse ‘vertaling’.

Na afloop van het filmfestival keer ik terug naar Uilenstede, Amstelveen. Ik heb in Rotterdam al eerder door de koran gebladerd maar ben er nog niet echt voor gaan zitten. Nu terug in mijn studentenkamertje wel. Maar zo onvoorbereid als ik ben, nog zonder mensen die mij wegwijs kunnen maken in de hoeveelheid aan soera’s en aya’s, vind ik het wel heel erg moeilijk om er door heen te komen. Vragen komen in mij op, zoals: “Waarom zegt Allah soms ‘wij’, hij is toch juist Eén (tawhid heet dat, leer ik later) en geen drieëenheid of zo?” En ik wil echt meer van islam weten voordat ik de shahada uitspreek.

De shahada is de geloofsgetuigenis die een ‘nieuwe moslim’ uitspreekt in de nabijheid van een imam en zoveel mogelijk getuigen; die getuigen delen dan allemaal incha Allah in de zegeningen van Allah, soebhana wa ta’ala – klik HIER voor een video van zo’n gebeurtenis.

Gelukkig krijg ik van iemand het boek “Kom tot het gebed” (meer…). Ik besluit op een actieve manier mij in islam te verdiepen en begin mij stap-voor-stap het islamitisch gebed (de ‘salaat’) eigen te maken. In Senegal was het juist die uitoefening van het gebed dat als eerste mijn aandacht trok (meer… ). Ik spreid mijn zojuist aangeschafte gebedskleedje uit naar het zuidoosten, zet het boek voor mij met de juiste bladzijde geopend en begin aarzelend het openingshoofdstuk Al-Fatihah te lezen. Dat leren van de salaat opent mijn hart en dan begin ik mij daadwerkelijk in de koran te verdiepen. Met name in het hoofdstuk Ar-Rahmaan (meer…).

Ik kom in contact met een Indonesische moslimgemeenschap in Amsterdam waar ik een aantal lezingen in het Nederlands over islam kan bijwonen; ik kan dan inmiddels de salaat verrichten zoals het hoort. Dat, en ook mijn enthousiasme, wekt bij die Indonesiërs de indruk dat ik reeds moslim ben. Wanneer blijkt dat dat niet zo is, is de verslagenheid groot (meer…).


klik HIER voor een recitatie van het hoofdstuk Ar-Rahmaan,
terwijl je de betekenis, in verschillende talen, kunt meelezen tijdens het luisteren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zeg 't maar

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.