donderdag 25 december 2003

Lezing 3. De Grote Jihad

Als vers bekeerde moslim heb ik in de periode 1996/1997 enkele verslagen gemaakt van door mij bijgewoonde lezingen die werden gehouden door Abdulwahid van Bommel. Het onderstaande verslag is er één van.

Dit is een verslag van een lezing die werd gehouden in de Islamitische basisschool El Kadisia te Amsterdam-Slotermeer ter gelegenheid van de laatste week van de maand Rajab. DATUM: 23 Rajab 1418

De Grote Jihad =
de innerlijke strijd die leidt naar innerlijke vrede

de lezing wordt voorafgegaan door koranrecitatie
(hoofdstuk Al-Israa’ 17:1-15)


Abdulwahid van Bommel:

Het eerste vers van hoofdstuk Al-Israa’ is relevant voor de maand waarin we nu leven: Rajab. De reis door de nacht van de heilige Moskee te Mekka naar de Verre Moskee te Jeruzalem (= al-Israa’) en de daaropvolgende hemelvaart (= al-Mi’raj) van Mohammed (vzmh) heeft plaatsgevonden in de laatste week van Rajab, één jaar voor de hidjrah, één jaar voor het begin van de islamitische jaartelling VOETNOOT. We bevinden ons nu aan het begin van de laatste week van de maand Rajab in het jaar 1418. In het hoofdstuk At-Taubah spreekt Allah van de vier Heilige Maanden (9:36). Maanden waarin bepaalde dingen zijn geadviseerd, afgeraden, geboden of verboden VOETNOOT. Rajab is een maand van niet-oorlog voeren, zo heeft Allah bepaald. Rajab is een maand voor zelfkritiek, zelfreflectie, innerlijke strijd. Niet dat men er zich aan houdt, hoor; men is er mee gaan sjoemelen VOETNOOT. Om maar wat te noemen: als het aan Saddam Hoessein ligt, wordt de Rajab helemaal afgeschaft, dan kan hij ongestoord verder met zijn krankzinnige wapenwedloop.

___________________________


Hadith (overlevering):

AL-ISRAA’ & AL-MI’RAJ uit Sahih Moeslim,
Kitaab Al-Imaan, hoofdstuk 75:

Mohammed (vzmh) is op een nacht aan het slapen in de heilige Moskee te Mekka. Dan wordt hij gewekt en Al-Buraq (dat komt van ‘barq’, wat ‘bliksem’ betekent) wordt hem gebracht: een groot en wit dier, groter dan een ezel maar kleiner dan een muilezel, die zijn hoef in één stap aan de rand van het gezichtsveld kan brengen. Mohammed (vzmh) bestijgt het ros en wordt met bliksemsnelheid naar de Verre Moskee te Jeruzalem gebracht, alwaar hij twee rakaat bidt:



Bij het verlaten van de moskee ontmoet hij de engel Djibriel (Gabriël), die hem wijn en melk brengt, Mohammed (vzmh) kiest voor de melk. Djibriel zegt: “Jij hebt een natuurlijke keuze gemaakt (“Agtarta-l-fitra”) VOETNOOT.

EERSTE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de eerste hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door een man, gezeten tussen een menigte aan zijn rechterzijde en een menigte aan zijn linkerzijde. Kijkt hij naar rechts, dan lacht hij. Kijkt hij naar links, dan huilt hij. Het is Adam en de menigten zijn zijn afstammelingen. Rechts van hem hen die naar het Paradijs zullen gaan. Links van hem hen die naar de hel zullen gaan. Adam bidt voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

TWEEDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de tweede hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Isa (jezus) en Yahja (Johannes). Isa en Yahja bidden voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

DERDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de derde hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Yoesoef, hem werd geschonken de helft van (alle) schoonheid. Yoesoef bidt voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

VIERDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de vierde hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Idries, waarover Allah, de Verhevene en Glorieuze, heeft gezegd ‘En Wij verhieven hem tot een hoge plaats’ 19:57. Idries bidt voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

VIJFDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de vijfde hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Haroen. Haroen bidt voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

ZESDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de zesde hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Moussa (Mozes). Moussa bidt voor het welzijn van Mohammed (vzmh).

ZEVENDE HEMEL

Dan brengt Djibriel Mohammed (vzmh) naar de poort van de zevende hemel en vraagt om toegang.
“Wie ben je?”
“Djibriel.”
“Wie heb je daar bij je?”
“Mohammed.”
“Is hij ontboden?”
“Hij is inderdaad ontboden.”
De poort gaat open en Mohammed (vzmh) wordt verwelkomd door Ibrahim (Abraham), leunend tegen de Bait-oel-Ma’moer, die elke dag door zeventigduizend engelen bezocht wordt.

De commentator Mahmoud Matraji beschrijft
de Bait-oel-Ma’moer als “Het spirituele prototype van de Ka’aba”

Dan wordt Mohammed (vzmh) meegenomen naar de Sidrat-oel-Muntahaa, haar bladeren zijn zo groot als olifantenoren en haar vruchten zo groot als enorme aardewerken vaten VOETNOOT.


MOUSSA ADVISEERT MOHAMMED BIJ ‘ONDERHANDELINGEN’ OVER HET AANTAL VERPLICHTE GEBEDEN PER DAG:


Dan krijgt Mohammed (vzmh) geopenbaard door Allah dat vijftig gebeden per dag verplicht zijn. Mohammed (vzmh) keert terug naar Moussa, die hem vraagt wat zijn Heer zijn volk heeft opgelegd. “Vijftig gebeden”, zegt hij.

Moussa zegt: “Keer terug naar uw Heer en vraag om vermindering, want jouw gemeenschap zal zo’n zware last niet kunnen dragen, zoals ik ook de kinderen van Israa’iel op de proef heb gesteld.”

Mohammed (vzmh) gaat terug naar zijn Heer en vraagt Hem om vermindering van de last. De gebeden worden verminderd met vijf. Mohammed (vzmh) keert terug naar Moussa en zegt hem: “De gebeden zijn verminderd met vijf.”

Moussa zegt: “Waarlijk, jouw gemeenschap zal zo’n zware last niet kunnen dragen. Keer terug naar uw Heer en vraag om vermindering.”

Mohammed (vzmh) blijft zo heen en weer gaan tussen de Heer, de Gezegende en Verhevene, en Moussa, tot Hij verklaart: “Vijf gebeden per dag zijn verplicht. Oh, Mohammed, elk gebed wordt gerekend als tien gebeden, dat maakt dus vijftig gebeden. Hij die zich een goede daad voorneemt en het niet ten uitvoer brengt, hem zal één goede daad worden aangerekend. Voert hij het wel uit, hem zal tien goede daden worden aangerekend. Echter, hij die zich een slechte daad voorneemt en het niet uitvoert, hem zal het niet worden aangerekend. Voert hij het wel uit, hem zal één slechte daad worden aangerekend.”

___________________________


Abdulwahid van Bommel:

Bij de beschrijving van de Israa’ wordt er geknaagd aan ons plaats- en tijdsbegrip. Wij zijn gewend om de auto te nemen. Of de tram. De trein. Het vliegtuig. We schieten mil-jar-den-verslindende raketten de lucht in. We plaatsen satellieten hoog boven de aarde, zodat we internationaal porno kunnen uitzenden, of elkaar kunnen bespioneren.

Maar die reis van Mohammed (vzmh) op al-Buraq gaat ons boven de pet. Laat staan de Mi’raj die daar op volgt! Mohammed (vzmh) komt terug van de reis door de nacht (en de hemelenvaart) en doet er verslag van aan de Mekkanen. Dan gaan die helemaal door het lint.

“Die van jou is geflipt”, zeggen ze tegen Aboe Bakr.

“Hoe kan hij nou zo’n reis hebben gemaakt, in één nacht?”

“Heeft Mohammed gezegd, dat hij die reis heeft gemaakt?” vraagt Aboe Bakr.

“Ja”, is het antwoord.

“Dan is het waar”, zegt Aboe Bakr.

Vanaf toen stond Aboe Bakr bekend als As-Siddiq, de Onderschrijver van de Waarheid. De Israa’ en de Mi’raj begrijpen, kun je alleen met je iman, je geloofsbeleving. Je gewone verstand kan zoiets groots en overdonderends niet bevatten. Net zoals een goudschaaltje het gewicht van een dertigtonner niet aan kan.


DE SALAAT IS DE MI’RAJ VOOR DE MOSLIM(A)


Voor de moslim(a) is de salaat, het gebed, zijn of haar mi’raj – een hemelvaart die vijf keer per dag wordt ondernomen. Naarmate de voorbereiding met meer concentratie wordt verricht wordt je rustiger (de rituele wassing/woedoe = koelte = kalmte). Dan ga je pas de salaat verrichten. Na het uitspreken van de takbier “Allahu Akbar” sta je voor Allah en begint je mi’raj. Zo’n miraj helpt de mens bij het verleggen van de grenzen van zijn vermogen – en dan bedoel ik niet de grenzen van halal en haram. Het groepje moslim-ouders dat geen sjoege had van hoe een lagere school te runnen en hier toch “zo maar” een islamitische basisschool wist op te richten, heeft duidelijk de grenzen van zijn vermogen verlegd.


DE GROTE JIHAD


Het thema van deze lezing is De Grote Jihad: de bestrijding van het kwaad in jezelf. De bestrijding van het kwaad in je ziel/ego/nafs. Toen Allah de nafs schiep, vroeg hij aan de nafs: “Man anta (Wie ben jij)?” “Ana ana wa anta anta (Ik ben ik en jij bent jij)” zegt de nafs.

(Van Bommel in een terzijde: Dat noem ik nou
het kraaien van de onafhankelijkheid.
‘Wat moet je van me?’ betekent het met zoveel woorden)

Dan laat Allah de nafs afdalen naar de onderste verdieping van de hel, laat hem daar enige tijd vertoeven, en vraagt hem dan opnieuw:

“Man anta?”

“Ana ana wa anta anta.”

Dan laat Allah de nafs vasten en vraagt hem daarna wederom:

“Man anta?”

De nafs antwoordt: “Jij bent Allah en ik ben je onmachtige dienaar.”

Het vasten heeft een belangrijke opvoedkundige functie. Het maakt ons bewust van het feit dat ons voedsel niet van de Albert Heijn o.i.d. komt, maar van de aarde, van de schepping, dus van Allah. Door te vasten worden we bewust van onszelf. Het vasten is onmisbaar in de ontwikkeling van de nafs. De nafs maakt in zijn ontwikkeling drie stadia door:


EERSTE STADIUM – “NAFSU-L-AMMAARA”

“Wa maa oebarie-oe nafsie, inna-n-nafsa-l-ammaara(…)”
(hoofdstuk Yusuf 12:53)
“En ik verklaar mijzelf niet vrij (van zwakheid) te zijn,
want het menselijke ‘ik’ spoort tot het kwade aan(…)”

We kennen allemaal het verhaal van Yusuf in de put belandde, door een karavaan werd gered, door Aziz (de farao) in huis werd opgenomen, alwaar de vrouw van Aziz hem probeerde te verleiden. Dat zij hem probeerde te verleiden, en niet andersom, is een feit: 12:26 t/m 28. Echter, in deze Kroonenberg-tijd (“Alles went, behalve een vent”) is de schuld van een vrouw moeilijk te verkopen. Yusuf belandt in de gevangenis 12:32 t/m 35, waar hij de dromen van medegevangenen verklaart 12:36 t/m 42. Als hij dan ook een droom van Aziz verklaard heeft 12:43 t/m 49, wordt hij vrijgelaten en tot schatbewaarder gemaakt 12:50 t/m 56.

Met betrekking tot het voorval met de vrouw van Aziz, zegt hij, dat hij zijn nafs niet vrijpleit in een “dergelijke situatie” VOETNOOT. Zo wordt het eerste stadium van de nafs uitgelegd: de nafs staat open voor de invloeden van het kwaad, het kwaad van sjeitaan maar ook het kwaad van de nafs zelf. Het is dus zaak om je ego(isme) te bestrijden – dat betekent de aanvang van je spirituele ontwikkeling (= tweede stadium). Die ontwikkeling mag je zeker plannen. Alleen maar “Incha Allah” zeggen en alles aan Allah overlaten heeft geen zin: alleen als je jezelf helpt, zal Allah jou helpen.

PLANNEN IS NIET IETS ON-ISLAMITISCH!
Dat laat Yusuf ons zien, wanneer hij de droom van Aziz uitlegt 12:43–49.


TWEEDE STADIUM – NAFSU-L-LAWWAAMA

“Wa laa uqsimu bi-n-nafsi-l-lawwaama” (hoofdstuk Al-Qi’jaamah 75:2)
“Neen! Ik roep de zichzelf beschuldigende ziel tot getuige”

Het tweede stadium van de nafs, is de ontwikkeling van de nafs en dat betekent: strijd. Een strijd die niet te onderschatten is. Mohammed (vzmh) kwam eens terug van een veldslag (in islam mag een oorlog alleen uit verdediging gevoerd worden). Hij zei dat hij terug is gekomen van de kleine jihad en dat het nu tijd is voor De Grote Jihad.

Die Grote Jihad is de strijd in jezelf met jezelf. Die strijd is abstracter. Het is ook een strijd tegen de neiging om de halalgrenzen te overschrijden. Hoeveel moeite kost het ons niet om het goede te doen? Hoe vaak worden we niet afgeleid door gokpaleizen (“Zal ik eens een gulden in zo’n éénarmige bandiet gooien, om te weten hoe het voelt?”), drugs (“Zal ik eens een hijs nemen van dat stikkie, je moet toch alles geprobeerd hebben”) en discotheken; dagelijks zijn we er mee omringd. Het zijn economisch belangrijke projecten. Men vindt de economie de nieuwe god.

Die Grote Jihad, jihadu-n-nafs, begint met zelfkritiek en zelfreflectie. Kijk in de spiegel en vraag aan jezelf wie je bent:


MAN ANA?
“Hé wie ben ik nou eigenlijk?”
“Wat doe ik nu?”
“Wat was mijn Grote Ideaal?”


Het is een strijd die alleen JIJ kunt voeren, want alleen JIJ kent je allerdiepste geheimen. Dus: Doe aan zelfkritiek. Doe aan zelfreflectie. Ga die strijd aan en begin aan de heropbouw van jezelf. Mohammed (vzmh) heeft eens gezegd, dat wanneer twee dagen op dezelfde manier voorbijgaan, er sprake is van misleiding. Hij bedoelt daarmee, dat het elke dag een beetje beter moet gaan. Een voorbeeld: heb je twintig jaar lang de salaat niet verricht, dan kun je beginnen met het dubbel verrichten van elk van de vijf dagelijkse gebeden. De salaat is fitness voor de geest. Train jezelf, niet alleen maar lichamelijk maar ook spiritueel.


DERDE STADIUM – WA NAFSIN WA MAA SAWWAAHAA

“Wa nafsin wa maa sawwaahaa, fa al-hamahaa
foedjoerahaa wa taqwaahaa” (hoofdstuk Ash-Shams 91:7, 8)
“En bij de ziel en haar volmaaktheid,
Hij openbaarde haar wat slecht en wat goed (voor haar) is”

In het derde stadium heeft de nafs een visie op goed en kwaad. Het heeft een subtiel vermogen ontwikkeld om ook zonder raadpleging van de koran, de overleveringen van Mohammed, tafsir of een imam, te wéten wat goed en kwaad is, wat halal en wat haram is. Maak je gebruik van dit vermogen dan kan dat leiden tot innerlijke rust, innerlijke vrede. Je ziel is dan in volkomen welbehagen. Je eigen wil is in overeenstemming met die van Allah.

Het derde stadium is voor velen van ons moeilijk te bereiken, vanwege o.a. ‘de slechte pers’ die islam heeft; dat wil zeggen, er doen vele slechte verhalen de ronde in de media over islam en dat doet moslims soms aan zichzelf twijfelen. Ik ben 53 jaar en ik ben nog steeds niet volledig tot rust gekomen. Ik scheur nog steeds door oranje met mijn auto. Opzij, opzij, opzij. Die éeuwige haast… Nee, wat dat betreft is er ook voor mij nog heel veel werk aan de winkel…

___________________


De ‘voet’noten zijn afkomstig uit de volgende bronnen:

Een Saoedi-Arabische uitgave van de koran met Engelse ‘vertaling’ en uitleg (“The Holy Qur-an, English translation of the meanings and Commentary” – dit is de herziene Yusuf Ali-editie, die ook wel bekend staat als de “paleiseditie”)

Sahih Moeslim – Overleveringen ‘gebundeld’ door Moeslim (“Sahih Muslim (…) Rendered into English by Dr. Mahmoud Matraji, with explanatory notes (…)”)

woensdag 17 december 2003

Lezing 2. Het onderhouden van familiebanden

Als vers bekeerde moslim heb ik in de periode 1996/1997 enkele verslagen gemaakt van bijgewoonde lezingen die werden gehouden door Abdulwahid van Bommel. Het onderstaande verslag is er één van.

een lezing door imam Abdulwahid van Bommel
t.g.v. een familie- en reüniebijeenkomst
datum : 15 Shawal 1417 

Al-Khaaliq DE SCHEPPER "Degene Die plannen maakt, Zijn plannen zijn volmaakt en ideaal"

Al-Baari' DE ONTWIKKELAAR "Degene Die het niet-bestaande tot bestaan brengt"


Al-Moesawwir DE VORMGEVER "Degene Die er zonder twijfel voor zorgt dat alles de best mogelijke vorm krijgt"


Bron van deze omschrijvingen: “De 99 Schone Namen Van Allah” door Zahurul Hassan Sharib. Bron van de afbeeldingen: www.arthafez.com/GALLERY/99NAMESOFALLAH

______________________________

Dit is een verslag van een lezing die tijdens een familie- en reüniebijeenkomst werd gehouden in de Vrije Universiteit te Amsterdam. DATUM: 15 Shawal 1417. Het verslag is aangevuld met informatie van Van Bommel waaraan hij tijdens de lezing vanwege de grote tijdsdruk niet is toegekomen.


Abdulwahid van Bommel:


OP EEN DAG
komt er een moeder met haar kind bij Abu Hanifa, één van de eerste geleerden van de Islam. Het kind heeft de gewoonte om alsmaar uit de honingpot te snoepen; de moeder weet niet wat ze er mee aan moet en vraagt Abu Hanifa om raad.
“Komt u over veertig dagen terug”, zegt de geleerde.
Vol vragen keert de moeder met haar kind huiswaarts. Na veertig dagen komen de moeder en haar kind weer bij Abu Hanifa op consult.
“Je kunt beter alles met mate doen”, geeft Abu Hanifa hen als raad mee.
“Waarom heeft u veertig dagen nodig gehad voor deze raad?” vraagt de moeder.
“Ik heb zèlf de gewoonte om alsmaar met mijn vinger in de honingpot te zitten”, antwoordt Abu Hanifa, “daarom heb ik mij eerst veertig dagen onthouden, om daarna pas goede raad te kunnen geven”.


HET GOEDE VOORBEELD…
Binnen islam maakt het geven van het goede voorbeeld deel uit van de pedagogiek. Als je dan een Nederlander zoals ik de opdracht geeft te spreken over “Het onderhouden van familiebanden” weet je niet wat je in huis haalt! Ik ben niet het goede voorbeeld. Wij Nederlanders zien onze familie nauwelijks. Verjaardagen en kerstfeest zijn de gelegenheden wanneer we elkaar ook nog wel eens opzoeken. Maar daar houdt het dan ook mee op. Ik kan u dus geen voorbeelden geven uit mijn eigen familieleven, maar ik kan u wel wat vertellen over hoe islam denkt over het onderhouden van familiebanden:

“O mensheid! Weest u bewust van uw Onderhouder en Opvoeder (Rabb) die u uit één nafs (levend wezen) schiep en daaruit diens partner schiep en uit die twee vele mannen en vrouwen voortbracht(…)” 4:1


NAFS
De koranische term “nafs” kan veel betekenissen krijgen in westerse talen, zoals: ZIEL – GEEST- SPIRIT – PERSOON – MENTAAL WEZEN – BEZIELD WEZEN – MENS – MENSELIJK WEZEN – LEVENSPRINCIPE – etcetera. Wat de koran hier in wezen doet is het benadrukken van de gemeenschappelijke oorsprong van de hele mensheid. In dit verband wordt bij koran-uitleg vaak verwezen naar dit vers:

“O mensheid! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en Wij hebben u tot volken en stammen gemaakt, opdat u elkaar leert kennen(…)” 49:13

Opvallend is dat de koran hier ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ gebruikt, dus de mens is uit mannelijke en vrouwelijke elementen geschapen. “Zawdjahaa” (levensgezel, levensgezellin, maatje, helper, wijfje, partner, etcetera) verwijst naar één van de twee bestanddelen van ‘een paar’. Of zoals Fahruddin Razi, namens Abu Muslim zegt: “Hij schiep zijn levensgezellin (d.w.z. zijn sexuele wederhelft) uit zijn eigen soort: “min djinsihaa”. Naast een biologisch wezen is de mens ook een ethisch wezen:

“(…)Weest godbewust want in Zijn aanwezigheid heeft u een gemeenschappelijke sociale verantwoording ten opzichte van elkaar (heeft u uw rechten en plichten ten opzichte van elkaar)(…)” 4:1

waarna de “arhaam” worden genoemd, de “baarmoeders”, die nieuw leven voortbrengen en het knooppunt van familierelaties vormen.


AR-RAHMAAN – AR-RAHIEM – RAHIM
In dit verband wil ik het met u hebben over “Ar-Rahmaan” en “Ar-Rahiem”, twee woorden die moslims in hun leven het meest gebruiken:

Bismillahi Rahmaani Rahiem
IN DE NAAM VAN ALLAH, DE BARMHARTIGE, DE GENADEVOLLE


Honderdendertien keer komt deze aanhef in de koran voor, aan het begin van elk hoofdstuk (behalve die van het hoofdstuk At-Taubah). We zeggen deze woorden als we een stuk brood nemen, als we de deur uitgaan, als we een gebedsruimte betreden, etcetera, alles in ons leven doen we “in de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle”. Deze twee Schone Namen/Kwaliteiten/Eigenschappen van Allah (swt) staan centraal in ons leven.

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle “Verkondig de Naam van uw Heer, die schiep Die de mens schiep van een klonter bloed” 96:1-2

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle “Voorwaar, Wij scheppen de mens uit een uittreksel van klei. Dan plaatsen Wij hem als een kleine levenskiem in een veilige plaats. Vervolgens vormen Wij de levenskiem tot een klonter bloed; daarna vormen Wij het geronnen bloed tot een (vormeloze) klomp; dan vormen Wij beenderen uit deze (vormeloze) klomp; daarna bekleden Wij deze beenderen met vlees; vervolgens ontwikkelen Wij het tot een nieuwe schepping. Gezegend zij Allah, de Beste Schepper.” 23:12-14

Die “veilige plaats” van die klonter/klomp is natuurlijk:

rahim (= baarmoeder)

Iedereen kan zien dat er een directe verbintenis is tussen De Baarmoeder en barmhartigheid/genadigheid. Dat is zo klaar als een klontje.

KAN HET NOG DUIDELIJKER?

De twee Goddeliike Eigenschappen “De Barmhartige” en “De Genadevolle” hebben via De Baarmoeder een stem gekregen. Hij die de band met zijn ouders en dus ook zijn moeder onderhoudt, onderhoudt daarmee ook de relatie met Allah. Lees in dit verband eens de volgende verzen uit de heilige koran:
soera Al-Israa 17:23-24
soera Luqmaan 31:14-15
soera Al-Ahqaaf 46:15-18


Abu Hureira heeft overgeleverd dat de profeet (vzmh) zei: “Allah schiep het universum en toen hij klaar was, verhief zich de baarmoeder en zei: ‘Ik sta hier om mijn toevlucht bij U te zoeken tegen het verbreken van de familiebanden’. En Allah zei: ‘Ben je tevreden indien zij die de band met jou onderhouden daarmee de band met Mij onderhouden, en zij die hem verbreken daarmee de band met Mij verbreken?’ ‘Dan ben ik tevreden’, zei de baarmoeder. ‘Dan is dat jouw positie’, zei Allah. Leest indien u wilt”:“Zult u dan niet door u van Allah af te wenden corruptie in het land brengen en uw familiebanden verbreken?” 47:22
In een andere versie van deze heilige overlevering zegt de profeet (vzmh) in een verbinding met hoofdstuk Al-Alaq: “De baarmoeder hing aan de troon van Allah (zoals de foetus/het embryo aan de baarmoederwand – bedoeld wordt: ‘stond voor de troon van Allah’) en zei: ‘Hij die de band met mij onderhoudt, onderhoudt zijn band met Allah en hij die die band verbreekt, verbreekt zijn band met Allah!’”

Zoals gezegd, de twee Goddelijke Eigenschappen “De Barmhartige” en “De Genadevolle” hebben via De Baarmoeder een stem gekregen. Van nature is De Moeder vol van liefde, barmhartigheid en genade voor Haar kind. Moederliefde is spreekwoordelijk. Moederliefde is vanzelfsprekend. Zo vanzelfsprekend, dat wanneer een moeder geen liefde voelt voor het kind dat ze gebaard heeft, ze nodig moet worden opgenomen in een inrichting. Want dan is er iets goed mis.


TER AFSLUITING…
Nogmaals, ik ben niet het goede voorbeeld als we het over onderhouden van familiebanden hebben. Maar ik heb wel van islam geléérd. Dertig jaar geleden ben ik middels mensen (en teksten) tot islam gekomen. De moslims die ik ontmoette, hadden die twee eigenschappen: barmhartigheid en genade. Twee eigenschappen die mij echt raakten. Hadden die moslims die eigenschappen niet gehad, dan was het met mij waarschijnlijk heel anders gelopen. Wij moslims zijn hier in Nederland geen meerderheid. En we hebben hier ook niet de beste maatschappelijke posities. Maar we kunnen wel laten zien dat we vertegenwoordigers zijn van een wereldreligie met grote filosofische concepten.

Ter afsluiting een voorbeeld van barmhartigheid en genade zoals getoond door Mohammed (vzmh) – overgeleverd door Moeslim.

Op een dag komt een man bij de profeet (vzmh) en zegt: “Boodschapper van Allah, het is gebeurd met mij!”
Mohammed (vzmh) vraagt: “Wat is er dan gebeurd?”
De man antwoordt: “Ik ben overdag tijdens de Ramadan intiem geweest met mijn vrouw.”
Daarop vraagt Mohammed (vzmh): “Ben je in staat om een slaaf te bevrijden?”
“Nee”, zegt de man.
“Kun je dan vasten voor twee maanden achtereen?”
“Nee”, zegt de man.
“Ben je dan in staat om zestig armen te voeden?”
“Nee”, zegt de man, en gaat erbij zitten.
Dan wordt er een grote mand gevuld met dadels de moskee binnengebracht.
Mohammed tegen de man: “Geef dit als liefdadigheid aan de armen.”
Waarop de man verklaart: “Tussen de twee lavavlakten van Medina is er geen familie armer dan de mijne.”
Mohammed (vzmh) lacht zo dat zijn hoektanden zichtbaar worden en zegt: “Neem die mand mee naar je familie.”

dinsdag 9 december 2003

Lezing 1. Liefde en vergeving van Allah

Als vers bekeerde moslim heb ik in de periode 1996/1997 enkele verslagen gemaakt van bijgewoonde lezingen die werden gehouden door Abdulwahid van Bommel. Het onderstaande verslag is er één van.


een lezing door imam Abdulwahid van Bommel
ter gelegenheid van Eid-ul-Fitr
datum : 1 Shawal 1417


het ‘verslag’ van deze lezing is uitgetypt door Abdulwadûd en is gebaseerd op de aantekeningen van Van Bommel die hij heeft gebruikt voor deze lezing


Abdulwahid van Bommel:

Allah (swt) heeft ons een maand geschonken, een maand die nu voorbij is. We hebben afscheid genomen van Ramadan: Al-Wadaa’a ya sjahralsiyaam!

Tot ziens maand van het vasten, maand van het licht van de Koran!

Je was een gevangenis voor de zondaars en een bevrijding voor de God-zoekers!

Het was een maand waarin we onszelf zijn tegengekomen. Voor sommigen was het wellicht de maand van MBC. Het was de maand van de gezelligheid, van het samen beleven van iftaar (het verbreken van het vasten bij het ondergaan van de zon). Gedurende elf maanden van het jaar is er géén iftaar, is er niet die spanning van het vasten verbreken. Allah geeft ons in de maand Ramadan de ervaring van tarawih (de extra gebeden na het nachtgebed).

We hebben moeite met het afscheid nemen van de Ramadan. Natuurlijk, je hebt ook moeite gehad bij het vasten, vele momenten zijn er geweest dat je op de proef werd gesteld, hebt wellicht eens dingen gezegd die in feite het vasten van die dag ongeldig hebben gemaakt; dat is mijzelf ook overkomen. Maar, hebt datgene wat je op de proef stelt toch lief.

Parting is such sweet sorrow.


Het thema van deze lezing aan het eind van de maand waarvan we nu afscheid nemen, is de liefde en vergiffenis van Allah (swt).

Oppervlakkige lezers van de Koran vinden Allah maar een afstandelijke God. Maar als u goed kijkt, leest u in soera 50 (soera Qaf) dat Allah dichterbij u is dan uw halsslagader (50:16). Indien u van Allah (swt) houdt, indien u zegt: “Ik heb tijdens deze maand van Ramadan uit liefde voor Allah gevast”, en u heeft inderdaad gevast uit liefde voor Allah, dan zal Allah van u houden!

“Indien u Allah liefhebt, volgt dan mij, dan zal Allah u liefhebben en u uw zonden vergeven; Allah is vergevingsgezind, genadevol.” 3:31

Om de smaak van het geloof volledig te proeven wordt van ons gevraagd meer van Allah en zijn boodschapper (vzmh) te houden dan van wie of wat dan ook. Daarom zei eens één van de metgezellen van de profeet (vzmh): “O, boodschapper van Allah! Je bent voor mij belangrijker dan de rest van de wereld. Ik hou meer van jou dan van mijn familie, mijn vrouw en kinderen en als ik aan jou denk vind ik geen rust thuis, dan moet ik jou zien. Maar eens zal de dood komen, dan zal jij op het niveau van de profeten zitten. Hoe kan ik je daar ontmoeten? Ik wil niet van jou scheiden, ook niet in het hiernamaals!” In antwoord op dit oprechte verlangen van deze metgezel van de profeet, openbaarde Allah in de Koran:

“Hij die Allah en zijn boodschapper volgt zal in het hiernamaals samen zijn met hen die de Goddelijke gunsten ontvangen onder de profeten, de waarheidsgetrouwen, de martelaren, de oprechten en dat zijn zeker uitstekende vrienden!” 4:69

Juist nu we deze maand achter de rug hebben: wat zouden we er wel niet voor over hebben om Mohamed (vzmh) zèlf te kunnen zien! “De gelovigen die na mij komen zullen veel van mij houden”, heeft de Profeet (vzmh) gezegd, “Om mij te kunnen zien zouden zij alles willen geven.” Toen Bilal (de bevrijde zwarte slaaf die als eerste de oproep tot het gebed verrichtte) op sterven lag, zei hij: “Fa Soebhanallah! Wat een goede vriend is de dood voor mij! Want nu kan ik weer bij Mohammed zijn!”


De Eid-ul-Fitr (Suikerfeest) is vooral een dag voor de kinderen. Van Anas ibn Malik is de overlevering: Op de ochtend van de Eid-ul-Fitr zag de Profeet (vzmh) een verwaarloosd jongetje verdrietig naar spelende kinderen kijken. Hij ging naar hem toe en vroeg hem waarom hij zo verdrietig was.

Het jongetje zei: “Mijn vader is omgekomen en mijn moeder is met iemand anders getrouwd en heeft mij verstoten en me aan mijn lot overgelaten. Als die kinderen ‘vader’ of ‘moeder’ zeggen weet ik mij geen raad.”

De profeet (vzmh) pakte het handje van het jongetje en vroeg: “Zou je willen dat ik je vader werd? Dat Aisha je moeder werd, Ali je oom, Hassan en Husain je neefjes en Fatima je zuster?”

Het jongetje begreep op dat moment pas met wie hij sprak. De profeet (vzmh) nam hem op zijn rug mee naar huis. Hij gaf hem nieuwe kleren voor de feestdag en vulde zijn maag. Tot aan het overlijden van de profeet (vzmh) is die jongen bij hem gebleven. Toen de profeet (vzmh) overleed kende zijn verdriet geen grenzen. Hij zei: “Nu ben ik pas echt wees geworden.” Later nam Abu Bakr hem onder zijn hoede.


In de Koran staan vele verzen
die expliciet vermelden van wie Allah houdt:

AL-MOEHSINIEN

“En wedijvert in het zoeken om vergiffenis van uw Schepper. En om het paradijs, wijdser dan de hemelen en de aarde samen, bereid voor de Godsbewusten. Zij die in voorspoed en tegenspoed wel doen, en zij die hun drift en kwaadheid beheersen en mensen vergeven: Allah heeft hen lief die goed doen. 3:133-134

Eid-ul-Fitr (Suikerfeest) is de dag dat geschillen worden bijgelegd en kwade mensen elkaar vergeven! Eid-ul-Fitr is niet alleen een dag om zelf blij te zijn maar ook om andere mensen blij te maken: zieken, behoeftigen en eenzamen kunnen we blij maken met een bezoek of een telefoontje of een Eid-ul-Fitr-kaart. Islam is geen religie zonder liefde. Allah houdt van hen die in voorspoed en tegenspoed goed doen.

WIE GOED DOET, GOED ONTMOET, VAN ALLAH!


AT-TAWWAABIEN, AL-MOETATAHHIRIEN

“(…)Allah houdt van hen die zich (in berouw) tot Hem wenden en zich reinigen.” 2:222

Allah houdt van de tawwaabien. Van hen die zich opnieuw en opnieuw en opnieuw tot Allah wenden. Van hen die een “draai maken” van het kwade naar het goede, een draai dus van 180 graden. Helaas maken sommigen van ons een draai van 360 graden. Zij zijn dan weer terug bij af.


AL-MOETTAQIEN

“Maar wie zijn belofte vervult en Godsbewust is, Allah heeft de Godsbewusten lief.” 3:76

Juist islam zegt ons aan onze afspraken te houden, onze beloftes gestand te doen, om niet te zeggen wanneer je te laat bent gekomen op een afspraak: “Ja, dat is Indonesische tijd” (Van Bommel zegt dit tegenover een gemeenschap van voornamelijk Indonesische moslims). Ik moet wel zeggen, dat wij hier in Nederland te ver zijn doorgeschoten wat betreft die ‘agendacultuur’. Zelfs wanneer onze kinderen ons vragen tijd voor hen te maken, pakken we onze agenda’s. Onze agenda’s zijn werkelijk dichtgemetseld.


AS-SAABIRIEN

“(…)En Allah heeft de geduldigen lief.” 3:146

Allah houdt van hen die hun drift overwinnen. De nacht voor de Eid-ul-Fitr is de beloning. Zoals de arbeider zijn loon krijgt “voor zijn zweet is opgedroogd”, zo krijgt de vastende de beloning voor diens ‘zweet’ is opgedroogd.


AL-MOEQSITIEN

“(…)Allah heeft de rechtvaardigen lief.” 5:42

Wij moslims zijn soms te lui om ons te verdiepen in onze Boeken. Een intellectueel kader hebben we nauwelijks. Zijn er dan eindelijk moslims intellectueel, dan zijn ze het weer niet vanuit islamitisch perspectief. We zijn trots als onze kinderen al heel jong met een computer overweg kunnen, maar

WE MOETEN ECHTER NIET VERGETEN
DAT DE ISLAM EEN GOEDE PLEK IN HUN INTELLECT VERDIENT

Islam is niet uit het leven weggepromoveerd!

Het is geen achterhaalde woestijnreligie!

DE ISLAM IS IETS VAN DEZE TIJD!!!

Islam heeft een ethische boodschap. Laten we het als onze taak beschouwen ons hierin te verdiepen en ons niet af te wenden van onze godsdienst.

“O gelovigen, laat degene onder u die van plan is zich van Allah af te wenden, weten dat Allah dan een ander volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en dat Hem zal liefhebben(…)” 5:54

Ook moslims strijden soms onderling: maar indien één van de vechtende partijen op zijn dwaling terugkomt

‘(…) sluit dan een rechtvaardige vrede en behandelt hen billijk. Allah heeft de rechtvaardigen lief.” 49:9

Hij die liefheeft zal liefde tegenkomen en Allah’s genade smaken. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “De Barmhartige bewijst Zijn barmhartigheid aan de barmhartigen. Wees daarom genadig voor hen hier op aarde opdat zij in de hemel jou genadig zijn.”

______________________________


In de Koran staan natuurlijk ook vele verzen die expliciet vermelden van wie Allah NIET houdt. Dat zijn onder andere de overtreders, de onrechtvaardigen, die de gulden middenweg hebben verlaten:

AL-MU’TADIEN “(…)Allah heeft de overtreders niet lief.” 2:190

AL-TAALIMIEN “(…)Allah heeft de onrechtvaardigen niet lief.” 3:140

MAAR… Voor hen die vasten en de overige extra aanbidding in de maand Ramadan zoveel mogelijk hebben verricht (niets zien, niets horen, niet roddelen) is er

DJAMALOELLAH !

______________________________


OP EEN DAG kwam een dame bij een rechter, een islamitische rechter, klagen dat haar man van plan was een tweede vrouw te nemen. De rechter zei dat dat geen reden was voor een klacht, al nam hij er nog een derde en een vierde vrouw bij. De dame zei: “Dat zegt u nu wel, edelachtbare, maar als Allah mij toestond deze sluier op te tillen, zou u zeggen dat je wel gek moet zijn om om nog een ander te nemen als je al zo’n schoonheid in huis hebt. Maar ik kan die sluier niet oplichten, dat mag ik alleen maar doen voor mijn man.” Daarop verliest de rechter het bewustzijn en de dame vertrok.
Toen de rechter weer bij kennis was ge komen, zei hij: “Haar woorden kwamen op mij over alsof ze van Allah kwamen! Want Die zei: ‘O mijn gelovigen! Ik neem de sluier van grootsheid van Mijn Djamaal en jullie kunnen nergens anders meer naar kijken!”

Daarom heeft Allah, in een heilige overlevering, gezegd voor hen die hun zintuigen in de Ramadan hebben gereinigd: “Voor mijn oprechte dienaren heb ik in voorbereiding wat geen oog heeft gezien, wat geen oor heeft gehoord en wat nog nooit als gedachte in een mensenhart is opgekomen!” Lees daarom als u wilt: “Maar niemand weet wat voor verkwikking der ogen voor hen wordt verborgen gehouden als verdienste voor wat zij hebben gedaan.” 32:17

We hebben soms de neiging ons af te zetten tegen onze (niet-islamitische) omgeving. Dat is niet goed. Kijk eens naar de Raad van Kerken: die stuurde een Eid-ul-Fitr-felicitatie naar alle moskeeen in Nederland met daarop in calligrafie één van de Namen, Eigenschappen, van Allah.

Allah houdt ook van:

AL-MOETAWAKKILIEN

“Vanwege de barmhartigheid van Allah bent u zachtmoedig jegens hen (niet-moslims); als u ruw en hardvochtig was geweest, zouden zij zeker van u zijn weggegaan. Vergeef hen daarom en vraag voor hen vergiffenis en raadpleeg hen in belangrijke zaken en wanneer u vastbesloten bent, vertrouw dan op Allah. Want Allah heeft hen lief die op Hem vertrouwen.” 3:159

Ook voor ons moslims is die uitgestoken hand, ONZE uitgestoken hand, hard nodig. Ga in overleg met hen (niet-moslims). Draag iets uit van het zachte karakter van islam naar niet-moslims.

donderdag 4 december 2003

Wat bezielt mij? Deel 10. WAT DENKEN ‘ZE’ ER WEL NIET VAN?

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage 

Abdulwadûd Louws In Nederland heb ik veel moeite met bidden in het openbaar. Dat lijkt mij zo demonstratief denk ik dan, maar eigenlijk zou het gewoon mogelijk moeten zijn.

Imam Abdulwahid van Bommel  Op een bepaald moment bereik je een niveau waarop je dat heel makkelijk doet zonder dat je je iets aantrekt van je omgeving. Dat kan ook. Je hoeft het niet als een show te beschouwen, maar als iedereen naar je zit te kijken als je het gebed doet, dan zit je toch met een soort opgefokt gevoel. Lukt het dan niet om het gebed te doen, dan kun je het altijd uitstellen en inhalen – dat is geen bezwaar. Het gaat erom dat op het moment dat je het gebed doet, dat je het goed doet.

Abdulwadûd Louws In het Vondelpark zullen ze er geeneens van opkijken, hoor. Daar vind je werkelijk alle levensrichtingen die er zijn. Ik denk dat ik veel verder zal moeten zijn, voordat ik in het openbaar het gebed verricht, hoor, hier in Nederland. Maar nu zo in dit park het gebed doen, nou nee.

Imam Abdulwahid van Bommel  Je vindt het dus nog heel belangrijk wat mensen van je denken, hè.

Abdulwadûd Louws Ja… ach… tja, dat speelt toch wel mee, ja.

Wat bezielt mij? Deel 9. SCHONE VOETEN

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage 

Imam Abdulwahid van Bommel  Hoe reageert jouw werkomgeving op het feit dat je moslim bent geworden?

Abdulwadûd Louws Er wordt verbaasd gereageerd, zo van “Je bent toch geen Turk of Marokkaan?” Men denkt vaak dat islam niet bij een Nederlander past. “Ga je dan ook voorover vallen met je armen gestrekt en dat soort dingen?” Dat zijn dan de vragen die in gezelschap worden gesteld. Ben ik dan alleen met iemand dan worden de vragen wat serieuzer, dan merk je de belangstelling.

Imam Abdulwahid van Bommel  Hoe doe je dat nou op je werk? Was je daar gewoon je voeten?

Abdulwadûd Louws Ik heb wel eens het plan opgevat om bij mijn werk te kijken of er animo is voor een gebedsruimte in het gebouw zelf, compleet met een ruimte voor de rituele wassing. Nou… ik moet nog zien of dat van de grond komt. Voorlopig is het zo, dat de gebeden die ik niet kan doen vanwege mijn werk, dat ik die thuis inhaal. Maar tja…

Imam Abdulwahid van Bommel  …dat geeft je een onbehaaglijk gevoel?

Abdulwadûd Louws Ja. Het liefst die ik een gebed in de periode die ervoor staat – en dan het liefst ook op het moment dat die periode begint.

Imam Abdulwahid van Bommel  Op een dag kom ik aan op Schiphol, het is vroeg in de ochtend, het is net de tijd voor het ochtendgebed. Ik ga naar een grote sanitaire ruimte – ik ben net toe aan mijn voeten, komt er een schoonmaker binnen, een Nederlander, die vindt het echt niet kunnen dat ik mijn voeten in de wasbak stop. Hij trekt mijn voet eruit, ik doe ‘m er weer in, hij eruit, ik erin, enzovoorts, net zolang totdat ik mijn beide voeten heb gewassen. Ik ben zo nijdig en geirriteerd geworden dat ik zeg “Mijn voeten zijn schoner dan jouw gezicht!” Niet zo leuk, natuurlijk, en een slechte kwaliteit reclame voor islam. Soms ben je in je beginperiode van islam wat al te letterlijk bezig, in het extreme. Later vind je daar een middenweg in, om alles gewoon goed te doen.

Abdulwadûd Louws Je bent kwetsbaar in die beginperiode. Je gaat er sneller en feller op in, als iemand een gekke opmerking maakt over islam.

Imam Abdulwahid van Bommel  Het is veel heiliger voor je, hè, in het begin.

Abdulwadûd Louws Later is het natuurlijk ook heilig voor mij. Nu is islam gelukkig echt een stuk van mezelf; zit het straks helemaal in me, dan zal ik waarschijnlijk ook een stuk rustiger reageren op allerlei ‘aantijgingen’.

Imam Abdulwahid van Bommel Dan kun je gemakkelijker relativeren. Dan ben je zelf-kritisch. Anders is het een soort dwangmatige reactie, hè, dat felle – je moet eigenlijk heel relaxed blijven.

Wat bezielt mij? Deel 8. DE BARMHARTIGE

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage
 
Heilige Overlevering
Allah heeft gezegd:“Mijn genade zal over mijn wraak zegevieren”



Imam Abdulwahid van Bommel De laatste tijd hou je je meer met de Koran bezig. Wat treft jou nou zo bijzonder in de Koran?

Abdulwadûd Louws Nou, op een gegeven moment ben ik er de Koran weer eens bij gaan pakken – en ben gaan bladeren. Ik wist letterlijk niet waar ik moest beginnen. Na een aantal hoofdstukken gelezen te hebben, viel mij oog op het hoofdstuk Ar-Rahmaan (dat betekent ‘De Barmhartige’ en is één van de negenennegentig namen van Allah, swt) en dan met name het vers over de gunsten van de Heer, dat zich als een refrein tussen de andere verzen heeft genesteld. Ik zie het vers en denk “Da’s interessant!” en ben gaan lezen. Na lezing van dit hoofdstuk wil ik er direct meer van weten, ik wil weten hoe die klinkt, hoe die wordt gereciteerd, want ik weet er nog niets van, ik ken alleen de Nederlandse ‘vertaling’, of beter gezegd ‘interpretatie’, ervan. Warempel, een paar dagen later ben ik aanwezig op een feest van iemand die is terug gekomen van de bedevaart naar Mekka – wat wordt daar gereciteerd? Het hoofdstuk Ar-Rahmaan! Dat ‘refrein’ wordt door alle aanwezigen meegereciteerd, wat een kick! Voor het eerst hoor ik dat hoofdstuk zoals het hoort. Ik wil direct hoofdstuk Ar-Rahmaan tot me nemen, ik wil het, tja, ‘opeten’…

Imam Abdulwahid van Bommel …consumeren…

Abdulwadûd Louws …precies!…

Imam Abdulwahid van Bommel …absorberen…

Abdulwadûd Louws …juist! Om die reden heb ik maar gelijk de gehele Koran op CD aangeschaft. Natuurlijk ben ik ook gaan luisteren naar andere hoofdstukken, maar met name hoofdstuk Ar-Rahmaan, want die vind ik héél erg mooi. Zullen wij eens gaan luisteren?

ik druk op de knop ‘Start’ van mijn meegebrachte
ghettoblaster en we luisteren naar het hoofdstuk

Imam Abdulwahid van Bommel Je kent ook de betekenis van deze verzen? Je leest regelmatig die Nederlandse ‘vertaling’ mee, hè, als je luistert.

Abdulwadûd Louws Ja, want het is natuurlijk ook belangrijk te weten waar het over gaat.

Imam Abdulwahid van Bommel Het zegt dat sterren, bomen, de zon, de maan, allen in onderwerping zijn aan Allah (swt) – dat zijn ook allemaal dienaren van Allah (swt). Een heel mooi en rijk hoofdstuk, inderdaad.

Abdulwadûd Louws Dat refrein – die vraag van “Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?” – dat is de kracht van dat hoofdstuk!

Imam Abdulwahid van Bommel Komt niet vaak voor, hè, dat twee Nederlanders, zoals wij, in het Sarphatipark naar hoofdstuk Ar-Rahmaan luisteren, hè. Al die verzen hebben een grote betekenis: dat wordt duidelijk gemaakt door de herhaling van dat ene vers. “Ondanks al die wonderbaarlijke dingen in de Schepping, waarom wil je dan de gunsten van je Schepper ontkennen?” Je wordt voortdurend geconfronteerd met de Schepping. We hebben zoveel media nodig, maar het grote medium is eigenlijk de Schepping, want dat vertelt ons het meest. De Schepping is het medium tussen de Schepper en de schepselen. Daardoor kunnen we Hem begrijpen.

Abdulwadûd Louws Bestaan er eigenlijk boeken die helemaal gewijd zij aan hoofdstuk Ar-Rahmaan? Waarin dat hoofdstuk helemaal wordt uitgeplozen?

Imam Abdulwahid van Bommel Er is genoeg tafsir (= exegese, uitgebreide uitleg) in het Engels verschenen: in twaalf delen, in vijftien delen – alleen gewijd aan de Koran. Maar er zijn ook boeken alleen gewijd aan het hoofdstuk Ar-Rahmaan; er zijn wel meer mensen idolaat van geworden. Het is een héél kenmerkend hoofdstuk.

www.islamicity.com/MOSQUE/ARABICSCRIPT/AYAT/55/55_1.htm
soera Ar-Rahmaan, uitleg in diverse talen + audio

archive.org/details/055_Abdul-Samad_Tajwed AANRADER!
soera Ar-Rahmaan, recitatie in een mash'Allah tadjwied stijl door qaari Abdulbasset Abdessamad

Wat bezielt mij? Deel 7. PUZZELSTUKJES

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Imam Abdulwahid van Bommel En hoe is je leven nu veranderd? Vind je echt dat jij een andere levensstijl aan het vormen bent, of, laat ik het anders vragen: Wat is voor jou de verandering?

Abdulwadûd Louws De grootste verandering is echt de enorme toename van het Godsbesef. Natuurlijk, vanaf mijn geboorte werd mijn leven natuurlijk ook al gestuurd door Allah (swt), maar dat was tot voor kort iets ‘buiten’ mij. Maar sinds een aantal maanden, sinds ik moslim ben geworden, ben ik mij er echt bewust van geworden dat Allah (swt) mijn leven stuurt.
Echt, achter elkaar maak ik nu dingen mee die daar bewijzen voor zijn. Dat soort ‘dingen’ (gebeurtenissen, ontmoetingen, enzovoorts) waren voor mij vroeger een massa onoverzichtelijke puzzelstukjes. Tegenwoordig vallen die stukjes direct op hun plek.

Wat bezielt mij? Deel 6. TWIJFEL LATEN

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Abdulwadûd Louws Door mijn enthousiasme en inzet is bij een aantal mensen van ‘mijn’ moslimgemeente de indruk ontstaan dat ik moslim bèn, dat ik dus al de geloofsgetuigenis heb uitgesproken: er wordt verbaasd en ook verdrietig gereageerd als blijkt dat dat niet zo is.
Direct wordt gevraagd of ik even mee wil naar de gebedsruimte om de geloofsgetuigenis af te leggen: “Je weet maar nooit wat je straks overkomt. Kom je straks onder een auto, je overlijdt, en dan ben je geen moslim.” Haha, nou, dat was voor mij géén punt van overweging. Ik wilde gewoon eerst meer weten, bewust een keuze maken.
Even later werd mij in de gebedsruimte de vraag opnieuw gesteld, maar op een andere manier.
“Wil jij moslim worden?”
“Ja” zeg ik, waarop ik denk “Ja. Dus waarom niet nu?”
Maar nog is er de twijfel bij mijzelf. Pas nadat ik daadwerkelijk de geloofsgetuigenis heb uitgesproken, denk ik van “Yesss!!! Dit is het!” en de tranen biggelen over mijn wangen.
Pas na het afleggen van de geloofsgetuigenis weet ik dus dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Gek eigenlijk, hè, want je moet eigenlijk niets iets doen wanneer je twijfelt – eerst goed nadenken enzo en dan pas tot een besluit komen – maar dat heb ik gelukkig op dat moment even gelaten voor wat het is.

woensdag 3 december 2003

Wat bezielt mij? Deel 5. OP ZOEK NAAR ISLAM

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Imam Abdulwahid van Bommel Jij gaat eigenlijk niet naar Senegal om moslim te worden…

Abdulwadûd Louws …maar gewoon om even weg te zijn van het leven hier, in Nederland, met als motto “Verandering van plaats doet leven”…

Imam Abdulwahid van Bommel …en dan kom je zo ineens middenin islam terecht. Neem je daar in Senegal al die stap om moslim te worden?

Abdulwadûd Louws Het is niet zo dat ik opeens het Licht zie en de eerste de beste moskee binnenga om de geloofsgetuigenis af te leggen. Pas na mijn verblijf in Senegal verdiep ik mij pas echt in islam.

Imam Abdulwahid van Bommel Je koopt Nederlandse literatuur of zo…

Abdulwadûd Louws Ja. Er is gelukkig heel veel verschenen in het Nederlands, dus alhamdulillah ik kan gelijk aan de slag. Maar heel belangrijk: ik ben ook gaan praten met mensen. Je kunt wel alle kennis uit boeken gaan halen…

Imam Abdulwahid van Bommel Dat praten met die mensen – hoe gaat dat?

Abdulwadûd Louws Mijn eerste kennismaking met moslims hier in Nederland is niet zo positief. Ik word zachtjes gezegd niet echt welkom geheten in de moskee die ik aandoe. Gelukkig heb ik voor mezelf al vastgesteld: “Hier moet ik even achteraan”, dus na die eerste negatieve ervaring ben ik niet direct gedemotiveerd. Uiteindelijk kom ik dan terecht bij een moslim-gemeente waar ik mij thuis voel. Maar nog steeds wil ik die ene Stap niet zetten: eerst veel leren, veel praten, en pas tot een beslissing komen. Maar ik ben blij dat ik toch veel eerder die Stap heb gezet.

Imam Abdulwahid van Bommel Je gaat dus in Nederland over tot islam?

Abdulwadûd Louws Ja. Er gaat een tijdje overheen.

Imam Abdulwahid van Bommel Je groeit er echt naar toe? Het komt langzamerhand in je op?

Abdulwadûd Louws Het is uiteindelijk toch wel redelijk snel gegaan, hoor…

Imam Abdulwahid van Bommel …door te lezen, door je steeds meer erin te gaan verdiepen, of krijg je op een bepaald moment het idee van “Ik moet die Stap nu nemen, want het is gewoon mijn Weg? Hoe zie je dat?

Wat bezielt mij? Deel 4. INNERLIJKE VREDE

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Imam Abdulwahid van Bommel Wat je in die stad beleeft is heel anders, hè? Daar kom je dan langzamerhand met islam in aanraking.

Abdulwadûd Louws Ja. Ik vraag mensen over het hoe en waarom van het gebed. Soms komt daar geen antwoord op, want “we doen het gewoon zo”, klaar uit.

Imam Abdulwahid van Bommel Bezoek je nog moskeeën?

Abdulwadûd Louws Nee. Maar ik ben wel vrij vaak aanwezig bij het gezamenlijk gebed op de binnenplaats van het huis van de familie waar ik logeer. Daar ga ik dan bij zitten. Op een gegeven moment begin ik er een lijn in te zien, in die bewegingen en houdingen die bij het gebed horen. Ik merk dat vooral de mensen die daar heel bewust mee bezig zijn – niet alleen met het bidden op zich, maar ook in de dagelijkse omgang – dat zij meer rust hebben.

Imam Abdulwahid van Bommel Meer innerlijke vrede?

Abdulwadûd Louws Ja.

Wat bezielt mij? Deel 3. JEZELF TEGENKOMEN

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Imam Abdulwahid van Bommel Je verblijft niet alleen in die islamitische omgeving – je gaat ook nog ergens anders kijken, hè?

Abdulwadûd Louws Ja. Na twee weken in die stad in het noorden van Senegal, ga ik naar het voornamelijk christelijke zuiden van Senegal. Daar woon ik een aantal weken in een christelijk dorpje middenin in de jungle: een hele vreemde gewaarwording. Ben ik net gewend aan het dagelijks leven van een moslimfamilie, ga ik weer ‘terug’ naar waar ik vandaan kom – van huis uit ben ik namelijk christen.

Imam Abdulwahid van Bommel Wat zijn de verschillen tussen dat christendorpje en de moslimstad?

Abdulwadûd Louws Het grootste verschil is de levensstandaard. In de stad zijn er zaken die ik nog ken van het leven in Nederland: wegen, huizen, bioscoop, supermarkt. In het dorpje is de levensstandaard zoveel lager. Er is geen stromend water, een waterput voor het hele dorp, geen electriciteit. Het douchen doe je gewoon buiten, binnen een omheining met een bak water en een kalebas.

Imam Abdulwahid van Bommel Dat doet je wel iets hè, als oud-milieu-activist?

Abdulwadûd Louws Haha. Nou. “Terug naar de natuur” komt dan natuurlijk gelijk bij mij op. Het leven is daar zo anders: ik maar denken dat ik allerlei vooroordelen over de zwarte medemens kwijt ben, maar in dat dorpje komen ze allemaal weer naar boven. Tsja, dan kom je jezelf dus tegen.

dinsdag 2 december 2003

Wat bezielt mij? Deel 2. IN EEN NIEUWE WERELD

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

Abdulwadûd Louws Bij mijn aankomst in Senegal is het aardedonker. Ik zie nauwelijks wat, slechts vage contouren. Na een korte nachtrust word ik ‘s ochtends wakker, hoor ik van alle kanten stemmen, en denk “wat is dit nu?” Nou, ‘dit’ dat blijkt het oproep tot het gebed te zijn, dat van diverse moskeeën in de omtrek klinkt. Ik word dus letterlijk wakker in een nieuwe wereld. Later zal ik daar echt de symboliek van inzien. 

Imam Abdulwahid van Bommel Je stopt dus niet meteen je hoofd onder de kraan, bij het horen van die oproep.

Abdulwadûd Louws Klopt. Ik heb in Senegal kennis gemaakt met een bepaalde manier van leven die ik heel goed vind – dat ‘blijkt’ dan islam te zijn.

Imam Abdulwahid van Bommel Wat heeft jou getroffen in die manier van leven?

Abdulwadûd Louws Dat godsdienst echt deel uitmaakt van het dagelijks leven.Het zit er ingebakken als het ware, het is er niet ‘los bij’ maar onlosmakelijk verbonden MET het dagelijkse leven. Dat geeft die mensen rust en richting. Dat geeft hen vertrouwen – hoe moeilijk hun situatie ook is. Het is toch moeilijk af en toe, het leven daar: de armoede – ook al heb je een dak boven je hoofd in een grote stad.

Wat bezielt mij? Deel 1. DIE SATANISCHE WERKING

UPDATE D.D. 23 DECEMBER 2005:
klik
hier voor alle delen (1 t/m 10) in één weblogbijdrage

WAT BEZIELT MIJ?

Het bekeringsverhaal van Abdulwadûd gevat in een interview afgenomen door imam Abdulwahid van Bommel

 

Het overgrote deel van dit televisie-interview is in de zomer van 1996 opgenomen in het Sarphatipark, Amsterdam, omringd door bomen, beschenen door de zon, fonteingeklater en eendengesnater op de achtergrond: een perfecte lokatie om over de Schepper en Zijn Schepping te praten.


DEEL ÉÉN – DIE SATANISCHE WERKING

imam A. van Bommel
Imam Abdulwahid van Bommel Vandaag gaan we op bezoek bij Abdulwadûd. Tijdens een bezoek aan Senegal is hij zo onder de indruk van islam geraakt, dat hij zelf nu een hele nieuwe moslim is geworden.

Abdulwadûd Louws
Abdulwadûd Louws Laatst heb ik de complete Sahih Moeslim gekocht – dat is een verzameling overleveringen over de profeet Mohammed (vzmh). Daarin staat een overlevering die mij echt raakt; vrij vertaald komt het er op neer, dat als de oproep tot het gebed klinkt, dat sjeitan dan als de duvel maakt dat-ie weg komt – maar dat hij weer komt aangeslopen als je aan het bidden bent. Hij probeert je dan andere gedachten in het hoofd te brengen, dan de gedachten aan Allah (swt). Nu, dat is nu precies zoals ik het ook ervaar! Heb ik het een dag heel druk (gehad) bijvoorbeeld, en al doe ik die oproep vantevoren, dan wil ik wel eens vergeten hoeveel rakaat ik heb gebeden, of er komen andere gedachten bij mij op. Dat alles sluit perfect aan bij die genoemde overlevering.

Imam Abdulwahid van Bommel Die bekende satanische werking, hè.

De Opening (soera Al-Fatiha)