De oudere vis roept: "Stop! ‘t Is niet te zien, maar er zit een haak in het vlees. Die haak is verbonden met een draad. Dat draad zit vast aan een hengel. Een man houdt die hengel vast. Als jij het vlees eet, blijft je kaak aan de haak hangen en trekt de man je uit het water. Hij zal je opensnijden met een mes, je roosteren op een vuurtje en je vervolgens opeten. De resten voert hij aan zijn kat."
De jonge vis laat het vlees voor wat het is en de twee zwemmen weg. Maar wanneer de jonge vis alleen is, denkt hij bij zichzelf: "Ik kan beter zelf poolshoogte nemen om te zien wat er waar is van deze beweringen." Hij begeeft zich naar het stukje vlees, zwemt eromheen, erboven en eronder en maakt omtrekkende bewegingen. Na een diepgravend onderzoek zegt hij tot zichzelf: "Ik heb overal gekeken en heb geen enkel bewijs gevonden voor de aanwezigheid van een man, een hengel, een mes, een vuur en een kat. Buiten het water waarin we leven, heb ik geen enkel spoor gevonden van wat dan ook. Die ouwe spelde me wat op de mouw." Hij opent zijn mond en eet het vlees. De haak pakt zijn kaak en hij wordt uit het water getrokken. Hij ziet een hengel, een man, een mes – maar die kennis kan hem niet meer helpen.
[bron: IBN.net]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.