Woensdagavond, anderhalve week geleden: Kiné en ik lopen alvast naar boven terwijl Ahmed beneden zijn zoentjes aan z’n mama geeft. Even later komt het kereltje naar boven gerend, met het eerste nummer van het tweemaandelijkse kindertijdschrift Onze Oemma in de hand. "Die was je vergeten, papa!"
Het is vandaag een drukke dag thuis. Buiten luidt stromende regen de herfst in en binnen ruziën de kinderen. “Er is storm op komst”, zou mijn moeder zeggen. Ik besluit Ahmed en Kiné de ‘kinderuitleg’ van soera An-Naas (uit Onze Oemma no. 1) voor te lezen. Ik zit op de rand van Ahmeds bed. Terwijl Kiné achter me staat en mijn hoofd met kusjes bedekt, luistert Ahmed aandachtig. Ik leg de link tussen zijn koppigheid van vandaag en "de influisteraar die slechte dingen in de harten van de mensen fluistert" Soera An-Naas, aya 5.
"Ja, die influisteraar zal wel dingen aan me hebben gezegd vandaag", zegt Ahmed met een grote grijns.
"Als dat zo is," zeg ik, "moet je sterk genoeg zijn om te zeggen ‘Influisteraar, wegwezen!’ en daarbij vraag je Allah dan om Zijn bescherming."
Na het voorlezen reciteren we samen de Fatihah. Dan stop ik Kiné in en geef ‘r een zoen. Dan hoor ik een klap en draai me om. Ik zie dat Ahmed zichzelf zojuist een oorvijg heeft verkocht.
"Jongen, wat doe je nu?"
"Ik geef de influisteraar een klap, papa." :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.