Noaberschap. Alhamdulillah!

Na mash'Allah een dag werken doe ik aan het eind van de middag nog wat boodschappen. Fietsend door het centrum, geniet ik van het lekkere lenteweer. Wat een heerlijk zonnetje. Meer! Ik wil meer van dit soort dagen. Net terug van Appie Heijn met m'n boodschappen bungelend aan mijn stuur begint het zadel van mijn fiets te bewegen. Dat doet het de laatste tijd wel vaker, dus ik schenk er nauwelijks aandacht aan.

Krak! Een bout breekt en ik stap af voordat de zadelloze fiets mij spietst daar waar de zon nooit schijnt. Ik raap het zadel op, alsook de onderdelen die het zadel op z'n plek moesten houden. Om mijn kalmte te bewaren begin ik Allah te loven, bij herhaling zeg ik in mijzelf ''Alhamdulillah'' ''Alle lof aan Allah''

alhamdulillah alhamdulillah alhamdulillah

want ik heb geen zin te gaan flippen (zou zó maar kunnen gebeuren). Snel mijn boodschappen thuis brengen en daarna lopen naar de fietsenstalling van het station, daar kan ik het wel laten repareren (hè, chips! wéér een kostenpost).

Ik loop mijn wijkje binnen en zie bij een garage een man bezig. Duidelijk een liefhebber van fietsen en motoren. Ik vraag hem of hij mij kan helpen aan een bout waarmee ik thuis mijn fiets kan opzadelen. Dat kan hij. Maar er mist nog een onderdeel, zegt hij. Ik loop terug naar Appie Heijn en vind uiteindelijk wat ik zocht.

Terug naar mijn wijkje. Met het zadelsetje compleet wil ik naar huis gaan. Nee joh, zegt de man, ik maak het wel even vast. We praten over koetjes en kalfjes en binnen no time  is de klus geklaard. Pas dan stellen we ons aan elkaar voor. Technisch gezien zijn we geen buren, zelfs geen buurtgenoten. Hans (zo heet hij) is hier niet woonachtig en mijn huis is niet echt om de hoek. Toch noem ik Hans' handelen een goed voorbeeld van noaberschap, een begrip van lang geleden dat nog steeds is geworteld in de Achterhoekse grond.

Alhamdulillah!

nds-nl.wikipedia.org/wiki/Noaberschap ''Vanof olde tieden was den noaberschap nen heel rumen en diepgoanden vörm van noaberhulpe, dee onmisboar was veur bewonners van boerderi-jen en in darpen dee neet konden rekkenen op gode oppenboare veurzeningen.''