donderdag 17 januari 2008

Mash’Allah, Ahmed is jarig!

Mash’Allah, Ahmed is jarig. Uiteraard nemen we vanmiddag een stuk taart.Over eten gesproken: opgewarmde prak smaakt soms lekkerder dan vers bereid voedsel. Incha Allah geldt dat ook voor de volgende bijdrage die al meerdere keren op mijn weblog is verschenen; de eerste keer op 14 november 2004, tijdens de ramadan van dat jaar.

Het einde van de ramadan nadert. Tijd om alvast terug te kijken. Ik denk nu niet alleen aan de bewogen maand die we bijna achter de rug hebben (met onze eigen two-eleven èn nine-eleven in Nederland) maar ook aan die keren, dat ik delen van de ramadan heb mogen doorbrengen bij mijn schoonfamilie in Rufisque, Senegal. In januari 1998 ben ik voor bijna twee weken in Senegal; mijn vrouw is hoogzwanger en ‘loopt op alle dag’. Op dat moment zit ik midden in de procedure om mijn vrouw en kinderen naar Nederland te krijgen (die zullen uiteindelijk in de vroege ochtend van 25 december 1998 op Schiphol arriveren). Wanneer mijn vrouw mij belt en zegt dat het incha Allah bijna zover is, mag ik van mijn toenmalige werkgever direct vakantie opnemen.

Onderweg naar Senegal beleef ik de iftaar in het vliegtuig. Het is het einde van de middag; de stewardessen zijn net rond geweest en vele passagiers wachten met de maaltijd voor hun neus en kijken naar rechts, het westen, waar de zon ter-gend lang-zaam ondergaat. Enkele toeristen maken zich zorgen en vragen het personeel of ze om een xc3xa9xc3xa9n of andere reden nog niet mogen eten. Hen wordt uitgelegd dat de meeste reizigers aan de ramadan doen – de toeristen halen opgelucht adem. Hun buiken zitten net vol, wanneer de rest van de passagiers, na een luid "Allahoe Akbar" van mijn kant, het vasten verbreken: de iftaar is daar.

Het is 19 ramadan [1418], 17 januari [1998], en enkele uren voor de iftaar [het verbreken van het vasten]. Mijn vrouw is zojuist met haar moeder vertrokken naar een kraamkliniek, want "ze voelde wat lichte pijnen in de onderbuik". Enkele uren na de iftaar: mijn schoonmoeder en mijn vrouw komen onze kamer binnengelopen, gevolgd door een meute kinderen en volwassenen. In de verwarring kijk ik naar mijn vrouw met haar buik nog duidelijk dik en denk "Oh, ‘t was vals alarm." Dan kijk ik naar mijn schoonmoeder: ze heeft haar armen voor zich alsof ze een baby vasthoudt. De schok is groot wanneer ze inderdaad een baby in haar armen blijkt te hebben, de baby van Ndoya en mij. Mashallah! Nou, de sluizen van mijn ogen gaan open, er komt werkelijk geen eind aan. Mijn zoontje, zo wordt mij uitgelegd, is precies op het tijdstip van iftaar (19.03 uur) ter wereld gekomen, tijdens de azaan van de nabijgelegen moskee. Dat mijn zoontje is geboren op dezelfde geboortedag als mij (19 ramadan), daar kom ik pas later achter.

De afgelopen 19 ramadan, 2 november [2004], ‘s ochtends vroeg aan de ontbijttafel: ik vertel mijn zoontje Ahmed over onze gezamenlijke geboortedag. Ik ben van plan om er een hele speciale dag voor hem en mij van te maken – de actualiteit [de moord op Theo van Gogh] gooit echter roet in het eten. De iftaar is die dag soberder dan ik mij heb voorgenomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zeg 't maar

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.