"De man zingt over een mooie droom die hij heeft gehad van onze profeet Mohammed, salallahoe waleyhi wasellem. Het is een lied ter ere van rasoeloellah."
"Hoe zag hij er dan uit, papa? De profeet?" vraagt Yande.
"Daar kan ik vast wat over terugvinden in de overleveringen, hè Ndoya?"
"Ja. Hij, salallahoe waleyhi wasellem, zag er heel knap uit."
"Hij was wat ze nu een ‘lekker ding’ zouden noemen," flapt Yande eruit. Astaghfiroellah! Ik sta even met de mond vol tanden (gebeurt niet vaak :-) en besluit dan om van onderwerp te veranderen.
"Yûsuf, aleyhi salaam, was ook een mooie profeet, hè Ndoya?"
Ndoya begrijpt waar ik heen wil en vertelt de kids het bekende verhaal over Yûsuf en de vrouw van Aziz, de koning van Egypte. De kids luisteren aandachtig. Tot slot vertelt Ndoya over hoe Yûsuf eerder in de put werd gegooid.
"Daar is ook een sprookje over," zegt Yande. A’oezoebillahi! Wat heeft ze nu voor ons in petto? "Dat gaat over een jongen die door zijn broers in een put werd gegooid, zodat hij niet een prinses kon krijgen. Of zoiets." Nou, dat viel alleszins mee. Toch dien ik hier als vader mijn dochter iets heel duidelijk te maken.
"Weet je wel, meisje, dat er één groot verschil is. Yûsuf heeft echt in die put gezeten, de koran is géén sprookjesboek. Het verhaal over Yûsuf is een verslag van iets dat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het is geopenbaard door Allah, via Jibriel, aan Mohammed, salallahoe waleyhi wasellem."
Zo. De cirkel is weer rond. Nog onder de indruk werken de kids hun laatste restjes van de maaltijd naar binnen. Snel maak ik de toetjes klaar, want Ahmed moet als de
zie o.a. mijn log Koran met de paplepel van 29 maart 2005
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.