Het volgende verhaal wil ik je zeker niet onthouden. Het werd mij per e-mail toegestuurd door
PPME Amsterdam.
Er was eens een kleine jongen, die heel gauw boos werd. Zijn naam was Hakim. Op een dag gaf zijn vader hem een zak met spijkers met de opdracht, dat hij voor elke keer dat hij zijn zelfbeheersing verloor, een spijker in het hekje op zijn achtererf moest timmeren.
De eerste dag presteerde Hakim het om 37 spijkers in het hekje te timmeren. Naarmate de dagen verstreken, werd dit aantal echter, gelukkig maar, steeds minder. Hakim had namelijk ontdekt dat het makkelijker was om zich te beheersen, dan om elke keer een spijker in het hek te timmeren.
Uiteindelijk naderde de dag, dat Hakim de hele dag door zijn boosheid in bedwang kon houden. Hij vertelde dit aan zijn vader en die stelde hem voor, om voor elke dag dat hij zich niet liet gaan, één van de spijkers uit het hek te trekken.
De dagen verstreken en op een goede dag kwam Hakim zijn vader vertellen dat alle spijkers uit het hek waren gehaald. De vader nam zijn zoon bij de hand, bracht hem naar het hek en zei: “Goed gedaan, mijn zoon, maar kijk naar de gaten in het hek. Het hek zal nooit meer hetzelfde zijn. Wanneer je dingen in boosheid zegt, laten ze een litteken als deze achter. Je kan iemand met een mes steken, het mes terugtrekken en dan keer op keer zeggen dat het je spijt, maar daarvan zal de wond niet genezen. Een wond aangericht door woorden kan evenveel schade aanrichten als een lichamelijke wond.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.