maandag 17 mei 2004

Twee voor twaalf (II)

“Dat zoeken we op!” zeg ik in mijn vorige log wanneer Yande vragen heeft over Yaawmiddien. Als eerste pak ik ‘Veertig Hadith Qudsi’ (Uitgeverij An-Noer, vertaling door Oem Hamza) erbij. De samenstellers van dit verzamelwerk delen de heilige overleveringen in in verschillende groepen; de groep die mijn aandacht trekt wordt als volgt omschreven:

De voorbereiding voor de Dag der Vereffening, met zijn beloningen en bestraffingen, door voortdurend berouw te tonen en om Zijn genade te verzoeken; waarbij hoop en angst gecombineerd worden, te proberen Zijn vergiffenis te krijgen door goede daden te doen en te bemiddelen zoals Hij toestaat; volledig te vertrouwen op Zijn oneindige genade, die over Zijn wraak heerst en die voor Zijn dienaren geldt.

Wat mijn dochter Yande de vorige keer zei over de hel en de Dag, ik herhaal het nog eens, daar heb ik nooit bij stilgestaan: iemand komt in de hel en krijgt later ook nog met de Dag te maken. Als niet-geleerde binnen islam, ik kom ‘net kijken’ zeg maar, ben ik dan heel benieuwd hoe (een verblijf in) de hel en de Dag zich met elkaar verhouden. Welk een uitdaging om daar achter te komen! Islam roept op tot het vergaren van kennis (Iqra!); dat is nou juist waar het bij mij de afgelopen tijd aan geschort heeft. Of ik er ooit achter kom wat de verhouding tussen de hel en de Dag is? Incha Allah kan ik alleen maar zeggen… De opmerkingen van Yande hebben mij in ieder geval gestimuleerd om mij meer te gaan verdiepen in de koran en de hadith dan ik de afgelopen tijd heb gedaan.
WORDT VERVOLGD INCHA ALLAH

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zeg 't maar

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.