Het is even na vijven en bijna tijd voor diouli timiss (salaat al-maghrieb).
In de doucheruimte doe ik de diapp (wudu, de wassing voor het gebed).
Mijn dochtertje van bijna vier, Kiné, slaat het ritueel met grote
interesse gade.
"Ik ga je helpen" zegt ze. Met 'papa helpen' bedoelt ze
'meebidden met papa'. Soms heeft ze het geduld om het hele gebed mee te
doen, soms is ze na één rakaat al weer verdwenen.
Ik vraag haar
"Waarom wil je papa zo graag helpen?"
"Nou, dan gaan de monsters weg!"
zegt ze.
En gelijk heeft ze!
Abu Hureira vertelde dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:
"Wanneer Satan de oproep tot het gebed hoort, keert hij om en laat een
wind zo hard dat hij de oproep niet hoort. Is de oproep beëindigd, dan
komt hij weer terug en leidt (de gedachten van hen die gaan bidden) af.
Wanneer het gebed begint, rent hij weer weg zodat hij het niet hoort
uitspreken. Houdt het uitspreken op dan keert hij weer terug en leidt
(de gedachten van hen die het gebed verrichten) af.
Overgeleverd door Moeslim (door mij vertaald vanuit het Engels, bron: “Sahih Muslim, (…) traditions of the sayings and doings of the prophet Muhammad (…) by imam Muslim – Rendered into English by Dr. Mahmoud Matraji” Kitaab As-Salaat, hoofdstuk 8, overlevering no. 389.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.