In de smeekgebeden (doa's) die ik verricht elke keer na het gebed (salaat) maak ik altijd ruimte voor familie en vrienden. Enkelen noem ik bij naam, eerst zij die nog leven en dan zij die al zijn heengegaan. Zo noem ik ook al járen de naam van Matar Niang, een oud-oom van mijn kinderen, een oom van hun moeder en broer van Yaay Booy.
Gistermiddag krijg ik op mijn werk een appje met het bericht dat die dag Matar Niang na een kort ziekbed is overleden. Matar Niang heeft veel voor mij betekent, dankzij hem heb ik kennis gemaakt met de tidjani's (één van de moslimbroederschappen in Senegal) en met de wazifa - lees hier een verhaal met herinneringen uit 1997.
Ik kan je zeggen dat het gebed (salaat) dat ik na thuiskomst verricht mij zwaar valt: door emoties overmand kom ik nauwelijks uit mijn woorden. Tijdens het uitspreken van soera Al Fatihah en de extra soera's komt namelijk het moment steeds dichterbij dat ik na het "Assalaamoe aleikoem wa Rahmatoellah" mijn doa's zal verrichten. Dan zal ik Matar Niang voor de eerste keer noemen bij hen die overleden zijn, niet bij hen die nog leven. Matar Niang, que la terre lui soit légère. Amiin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Zeg 't maar
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.